8. Het aanpassen van de monitor
Het bediedingspaneel
i
1. "
key" : Automatische instelling van verticale positie, fase, horizontale positie en pixelfre-
quentie.
2. "MENU" toets: Activeert het hoofdmenu van de OSD en keert terug naar het vorige menu of
sluit de OSD.
3.
(naar links)/Modus toets: Voor naar-links/afname instelling. De toets is de sneltoets voor
Mode (Modus).
4.
(naar rechts)/Contrast/Helderheid toets: Voor naar-rechts/toename instelling. De toets is
de sneltoets voor Brightness (Helderheid) en Contrast (Contrast).
5. "ENTER" toets: Open submenu's en selecteer items. De toets is de sneltoets voor Input
(Input).
6. "Power": De monitor in- en uitschakelen.
OSD = On Screen Display (Weergave op het scherm).
De sneltoetsen geven een geleidelijke schaal weer om de waarde van de betreffende instelling aan te
passen, en functioneren alleen als het OSD-menu niet wordt weergegeven. Weergave van sneltoetsen
verschijnt enkele seconden nadat de laatste toets is ingedrukt. Zie
"Sneltoetsmodus" op pagina
Het aanpassen van de monitor
21.
19