3. Inbedrijfstelling & Gebruik
Algemeen:
•
Lees voor gebruik de gehele handleiding;
Voor reparatie-, onderhoud- of reinigswerkzaakheden al-
•
tijd de motor uitzetten en de stekker uit het stopcontact
verwijderen;
•
Richt de waterstraal nooit op mens en dier;
•
Gebruik water van maximaal 50 °C;
Draag een veiligheidsbril en oorbescherming tijdens het
•
werken met de machine;
•
Draag schoeisel dat niet slipt.
Machine aansluiten
1
Plaats de machine op een stabiele onder-
grond en plaats een nozzle door de snel-
koppeling naar achter te trekken. Contro-
leer of de delen vast zitten. (TIP: zie p. 11
voor het kiezen van de juiste nozzle.)
4
Plaats daarna de stekker in een stopcon-
tact of verlengsnoer. (Zorg dat het niet in
contact kan komen met het water)
Controleer voor ieder gebruik of:
•
De machine compleet en correct geassembleerd is;
•
Er beschadigde onderdelen zijn;
•
Het netsnoer intact is en de stekker niet nat kan worden.
Gebruik de machine niet wanneer er mankementen bekend zijn!
Los eerst de mankementen op. Neem hiervoor indien nodig con-
tact op met de fabrikant.
Zorg verder voor een goed opgeruimde werkplek:
Zonder gevaar voor uitglijden;
•
•
Vrij van obstakels;
•
Met voldoende licht.
2
Sluit daarna de waterslang aan op de kop-
peling aan de voorzijde van de hogedruk-
reiniger en draai de waterkraan open!
5
Draai vervolgens de knop op de machine
naar de "ON/1" stand. De machine is nu
gereed voor gebruik. (U kunt de machi-
ne hier na het werk ook weer uitschake-
len. Eerst uitschakelen, dan waterkraan
dicht draaien!)
3
Knijp vervolgens de spuitlans in totdat
alle lucht uit de machine is en het water
goed doorstroomt.
6
Naast het gebruik van verschillende noz-
zles, is de waterdruk ook afzonderlijk in
te stellen met de onderste knop. Met de
klok mee verhoogt de druk. (TIP: Voor ge-
bruik van het zeepreservoir zet de druk zo
laag mogelijk, dus tegen de klok in)
10