TEMPERATUURMETINGEN
1. Zet de functieschakelaar op de TEMP-
positie.
2. Steek de temperatuursensor in de aansluiting
voor temperatuurmetingen en let daarbij op
de juiste polariteit.
3. Druk op de toets ºC of ºF voor de gewenste
eenheden.
4. Houd de kop van de temperatuursensor op
het onderdeel waarvan u de temperatuur
wenst te meten. Blijf de sensor op het te
testen onderdeel houden terwijl de aflezing
stabiliseert.
5. Lees de temperatuur af op het scherm.
Nota: De temperatuursensor is voorzien van een
miniconnector van het type K. Er is een
adapter voorzien voor de overgang van
een miniconnector naar een banaanconnector voor de aansluiting op banaaningangen.
SCHERM MET ACHTERGRONDVERLICHTING
Druk op de toets
scherm in te schakelen. De achtergrondverlichting zal na 15 seconden automatisch
uitschakelen.
NAZICHT VAN DE BATTERIJ
De
CHECK-functie (controlefunctie) test de toestand van de batterij van 9 V. Stel de
functieschakelaar in op het bereik 200VDC en druk op de CHECK-toets. Als de aflezing
minder bedraagt dan 8,5, is het raadzaam om de batterij te vervangen.
HOLD
De hold-functie bevriest de aflezing op het scherm. Druk de HOLD-toets kort in om de
HOLD-functie te activeren of te verlaten.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
De automatische uitschakeling ("auto off") zal ervoor zorgen dat de meter na 15 minuten
automatisch uitgeschakeld wordt.
INDICATIE LAGE BATTERIJSTAND
Als de icoon
vervangen te worden.
INDICATIE VERKEERDE AANSLUITING
De
icoon zal in de rechter bovenhoek van het scherm verschijnen en er zal een
buzzer te horen zijn als de positieve testdraad in de 20A of uA/mA ingang gestoken wordt
en een stroomloze functie (groen) geselecteerd wordt. Als dit gebeurt, schakel de meter
dan uit en steek de testdraad in de juiste ingang voor de geselecteerde functie.
en houd deze ingedrukt om de achtergrondverlichting van het
op het scherm verschijnt, is de batterijspanning laag en dient de batterij
11
EX411-EU_NL V4.0
5/07