DAGELIJKS GEBRUIK
DE KOOKPLAAT IN-UITSCHAKELEN (AAN/UIT)
Druk ongeveer 1 seconden op de aan-toets om de kookplaat in te
schakelen. Druk op dezelfde toets om de kookplaat uit te schakelen en
alle kookzones worden uitgeschakeld.
PLAATSING
Vind de gewenste kookzone met behulp van de positiesymbolen.
Bedek de symbolen van het bedieningspaneel niet met pannen.
Let op: In de kookzones in de buurt van het bedieningspaneel is het raadzaam
om pannen binnen de markeringen te houden. Dit geldt zowel voor de
bodem als voor de bovenrand van de pannen, die vaak breder is.
Hierdoor wordt oververhitting van het touchpad voorkomen. Voor grillen of
frituren gebruikt u zo mogelijk de achterste kookzones.
KOOKZONES
INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN
KOOKVERMOGENS REGELEN
De kookzones inschakelen:
Selecteer de voorgeselecteerde kookzone door op de betreffende toets
voor zoneselectie te drukken. Op het display verschijnt niveau "0".
Elke kookzone heeft verschillende vermogensniveaus, die ingesteld
kunnen worden met de toetsen "+"/"−". De niveaus lopen van het
minimum 1 tot het maximum 9.
Sommige kookzones hebben een snelopwarmfunctie (Booster), dit wordt
op het display aangegeven met de letter "P".
Display indicator vermogen
Indicatie geselecteerde kookzone
De kookzones uitschakelen:
Selecteer de uit te schakelen kookzone door op de betreffende toets
voor zoneselectie te drukken (het punt rechts onder de indicator van het
vermogensniveau op het display wordt opgelicht). Druk op "−" tot het niveau
"0" is.
FUNCTIES
6
SENSE
TH
De "6
Sense"-toets schakelt de speciale functies in.
th
Plaats de pan en selecteer de kookzone.
Druk op de "6
Sense"-toets. Op het display van de geselecteerde zone
th
verschijnt "A".
Om de speciale functie uit te schakelen en terug te keren naar de
handmatige modus, selecteert u de kookzone en drukt u opnieuw op
de toets "6
Sense".
th
Het vermogen dat door speciale functies wordt gebruikt is vooraf
ingesteld en kan niet worden gewijzigd.
SMELTEN
Met deze functie kunt u het voedsel op de ideale smelttemperatuur
brengen en de toestand van het voedsel handhaven zonder het risico dat
het aanbrandt. Deze methode is ideaal, omdat delicate voedingsmiddelen
zoals chocolade niet worden aangetast en niet aan de pan blijven plakken.
Om de zone onmiddellijk uit te schakelen houdt u de knop voor
zoneselectie 3 seconden ingedrukt. De kookzone wordt uitgeschakeld en
de restwarmte-indicator "H" verschijnt op het display.
TOETSENBLOKKERING
Om de instellingen te vergrendelen en te voorkomen dat de kookplaat
onbedoeld wordt ingeschakeld, druk 3 seconden op de 6
Toetsenvergrendelingsknop. Een geluidssignaal en een waarschuwingslampje
boven het symbool geven aan dat de functie is ingeschakeld. Het
bedieningspaneel is vergrendeld, met uitzondering van de uitschakelfunctie
(
). Om de blokkering van de bedieningen te deactiveren, herhaalt u de
activeringsprocedure.
KOOKWEKKER
Met de kookwekker kan een bereidingstijd voor alle zones ingesteld
worden.
De kookwekker inschakelen:
Selecteer en inschakelen de kookzone waarvoor u de kookwekker wenst
in te stellen.
Druk op de knop met het klokpictogram en stel de gewenste tijd in met de
toetsen "+" en "−". De kookwekkerled voor de gebruikte zone gaat branden.
Enkele seconden na de laatste druk begint de kookwekker af te tellen en het
punt op het display dat het verstrijken van de seconden aangeeft knippert.
EN
Als de tijd verstreken is, klinkt een geluidssignaal en wordt de kookzone
automatisch uitgeschakeld.
Na de selectie van de zone en het klokpictogram kan de tijd op elk
willekeurig ogenblik gewijzigd worden, en verschillende kookwekkers
kunnen gelijktijdig ingeschakeld worden.
De kookwekker toont altijd de ingestelde tijd voor de geselecteerde zone
of de kortste overige tijd.
Wanneer meer dan een kookwekker actief is, geeft de knipperende led de
zone aan waarvoor de bereidingstijd weergegeven wordt op het display.
Herhaal de bovenstaande stappen om de kookwekker voor een andere
zone in te stellen.
De kookwekker uitschakelen:
Selecteer de kookzone waarvoor u de kookwekker wenst uit te schakelen.
Houd de toets met het klokpictogram (
ook op de knop met het klokpictogram drukken en vervolgens de knop
"−" ingedrukt houden totdat op het display "0:0" wordt weergegeven.
WARMHOUDEN
Met deze functie kunt u uw voedsel op een ideale temperatuur houden,
doorgaans na de bereiding, of kunt u vloeistoffen langzaam in laten
koken. Ideaal om het voedsel op een perfecte temperatuur te serveren.
SUDDEREN
Deze functie is ideaal om een suddertemperatuur te handhaven,
waarmee u voor een lange periode voedsel kunt bereiden zonder het
risico dat het aanbrandt. Ideaal voor langere bereidingen (rijst, sauzen,
braadstukken) met bijbehorend vocht.
KOKEN
Met deze functie kunt u water aan de kook brengen en laten doorkoken
met minder energieverbruik.
Doe ongeveer 2 liter water (bij voorkeur met kamertemperatuur) in de pan,
en zet er geen deksel op. In alle gevallen worden gebruikers geadviseerd
om het kokende water goed in het oog te houden en de resterende
hoeveelheid water regelmatig te controleren.
Sense/
th
) 3 seconden ingedrukt. U kunt