Bedieningshandleiding
Bedienorganen en Signaallampen
Inbouwplaats:
Aantal:
Stof-Ex zones:
Spanning U:
Stroom I:
Vermogen P:
Ontbrandingsbescherming van het type
"intrinsieke veiligheid" volgens EN 60079-11 (ABNT NBR IEC
60079-11):
U
:
i
I
:
i
P
:
i
C
:
i
L
:
i
Overspanningscategorieën:
Doorslagvastheid volgens EN 60079-11
(ABNT NBR IEC 60079-11) par. 10.3:
gebruik adereindhulzen met beschermkraag.
Blanke kabels mogen niet over de klemschijf uitsteken.
Contact-/verlichtingselement:
Algemene technische gegevens:
Schakelfrequentie:
Schakelpunten:
Contactzekerheid:
Bewijs van de gedwongen verbreking:
Gedwongen verbrekingsweg:
Bedieningskracht bij slageinde:
Aansluitwijze:
Kabeldoorsnede:
metbeschermkraag:2×(0,5...1,5mm²)
Aandraaimoment van de aansluitschroeven:
2.5 Veiligheidsclassificatie
Voorschriften:
B
(verbreekcontact):
10D
Gebruiksduur:
B
10D
n
MTTF
op
D
0,1 x n
op
(Berekende waarden kunnen variëren afhankelijk van de
toepassingsspecifieke parameters hop, dop en tcycle en de belasting.)
Als meerdere veiligheidscomponenten in serie geschakeld worden, dan
degradeert onder bepaalde omstandigheden het Performance Level
volgens ISO 13849-1 door de verminderde foutherkenning.
3. Montage
3.1 Algemene montage-instructies
1. Montage van bedienelementen en montageflens door het
montagegereedschap RMW naar rechts te draaien (zie Afb. 1):
a) Bedienkop
b) Montageflens
2. Contactbevestiging openen (zie Afb. 2)
3. Voormontage van de contactelementen op de contacthouder (Afb. 3):
gebruik uitsluitend de buitenste posities*:
a) Contacthouder
4
willekeurig
Contactelementen: max. 2 (Pos. 2, 3)
Verlichtingselement: 1 (Pos. 1)
contactelement: 250 V
verlichtingselement: 24 V ± 10%
Kcontactelement: 5 A
verlichtingselement: 30 mA
contactelement: max. 1.500 W
verlichtingselement: 0,9 W
contactelement : 250 V
verlichtingselement: 30 VDC
Contactelement: - Ex ib: 3,3 A
- Ex ic: 5 A
Verlichtingselement: niet relevant
(interne stroombegrenzing 30 mA)
Verlichtingselement: niet relevant
IEC 60664-1, Cat. III
Veilige scheiding aan
aardverbinding;
Aansluiting van de kabels bij meerdere
of verschillende Ex-i elektrische circuits:
1.200 s/u
Verbreekcontact: ca. 1 mm
Maakcontact: ca. 2,5 mm
5 VDC / 1 mA
2,5 kV stootspanning
ca.
2 mm na het bereiken van het
openingspunt
typ. 4,5 N
Schroefaansluiting
eendradig:2×(0,5...2,5mm²)
fijndradig met adereindhulzen
max. 1 Nm
ISO 13849-1
d
x
x
3600
s/h
h
op
op
t
cycle
Voordat de contactelementen op de contact houder gemonteerd
worden, moeten de twee stotersegmenten in de trapeziumvormige
groef links en rechts van het middelste contactelement gestoken
worden.
De contactelementen mogen uitsluitend in de buitenste
positie van de contacthouder gemonteerd worden, zodat
de vereiste lucht- en kruipwegen gewaarborgd zijn bij
spanningen > 150 V.
typ. 0
typ. 0
2 Nm
Afb. 1
4. De contactbevestiging dichtklappen en naar onder drukken
(zie Afb. 4): De contactbevestigingen links en rechts worden 90°
omhoog geklapt en vervolgens naar onder in de arrêtering gedrukt.
Op die manier worden tevens de contactelementen mechanisch
met de contactdrager bevestigd.
5a. Montage van de voorgemonteerde contacthouder op de montagflens
(Afb. 5): vervolgens de contacthouder aan een kant op de
montageflens vastklikken. Herhaal dit aan de tegenoverliggende zijde.
5b. Montage van de verlichtingselementen op de contacthouder
in de middelste positie: tewerkgaan zoals beschreven voor
de contactelementen in de stappen 2 tot 5. Bij het bevestigen
van de contacthouder op de montageflens worden de
contactbevestigingen bijkomend automatisch gefixeerd (zie afb.
6). Hierdoor is een verkeerde montage uitgesloten. Controleer de
montage nogmaals op onvolkomenheden. Het lichtelement RLDE
100.000
moet altijd in de middelste positie van de contacthouder (Pos. 1)
20 jaar
worden gemonteerd.
6. Montage en afmetingen blindstop Ex-RB: bevestig de blindstop
Ex-RB, door de schroefschroef met een schroevendraaier
(aandraaimoment 2 Nm) vast te schroeven.
Bij gebruik van contact- en verlichtingselementen op een
contacthouder valt de montage van de stotersegmenten aan
het contactelement weg.
Afb. 4
NL
Afb. 2
Afb. 3
Afb. 5 a
EX-R
Afb. 5 b