9.4 Aansluiten van de cv- en tapwaterleidingen
1
2
3
Figuur 9.2
Controleer de stand
van de terugslagklep!
Met de schroef naar
voren bevestigen,
zodat je erbij kunt!
Figuur 9.2
Vloerverwarming
Pas uitsluitend diffusiedichte buizen voor
vloerverwarming toe. Gebruik een hydraulisch neutraal
systeem en scheid bij bestaande vloerverwarmingen (met
mogelijk niet-diffusiedichte buizen) het oude en nieuwe
circuit met een warmtewisselaar.
Schone leidingen
Voorkom dat er bij het maken van de installatie vuil of
metaaldeeltjes in de leidingen komen. Klop eventueel vuil
voor de montage uit de leidingen of spoel ze door.
20
4
5
6
7
8
15
14
9
10
11
12
13
Verwijder de kunststof doppen van de leidingen
onder het toestel: Let op, er kan wat vuil water uitlopen!
Monteer:
Thermostatische radiatorventielen
Als u deze overal toepast, bv. in combinatie met een WA-
regeling, zorg dan voor voldoende doorstroming (200 l/h)
en pas een bypass toe die hiervoor zorgt.
1. overstortventiel cv-zijdig
2.
aansluiting warm water (1/2 ")
3.
cv-aanvoerleiding (1" wartel)
4.
externe terugslagklep (22 mm)
5.
aftapkraantje
6.
ontluchtdopje
7.
aansluiting gastoevoer (1/2")
(incl. aansluitpijp ø15 mm, 30 cm)
8.
condensafvoerpijp
9.
aansluitpijp ø15 mm (30 cm)
10. sifon
(getekend zonder
vuilopvangbeker)
11. aftapkraantje
12. aansluiting koud water (1/2")
13. cv-retourleiding (22 mm)
14. aansluiting
AAN/UIT kamerthermostaat
15. stekker 230V (stopcontact goed
bereikbaar plaatsen)
terugslagklep
inlaatcombinatie (KIWA gekeurd)
expansievat
in de retourleiding plaatsen.
Bij toepassing van afsluiters: plaats het
expansievat tussen het toestel en de
afsluiters.
vul- en aftapkraan
cv-aanvoerleiding
cv-retourleiding
koud waterleiding
warm waterleiding leidingen pas na 50
cm beugelen en spanningsvrij aansluiten
filter (grofmazig) wordt geadviseerd bij
bestaande installaties, waarin vuil
aanwezig is.
afsluiters (indien gewenst)