geven (zichtbaar op de bodem en op de
zijkant van het batterijvak).
5 Sluit het batterijdeksel.
6 Zet eventueel de
in de stand AAN, om de batterijen te con-
troleren.
> Als de batterijen goed zijn geplaatst, gaat
het rode lampje enkele seconden snel
knipperen.
-schakelaar even
AAN/UIT
11