Meet uw hartslag als u dat wilt.
5
Voordat u de handsen-
soren gebruikt, verwi-
jder het plastic laagje
van de metalen con-
tactpunten. Zorg ervoor
dat uw handen proper
zijn.
Om uw hartslag te meten, ga op de voetrails
staan en houd de metalen contactpunten vast –
beweeg uw handen niet. Als uw hartslag wordt
gedetecteerd, dan zal het kleine hartsymbool op
de display rechtsonder beginnen te flikkeren. Er
zullen een of twee streepjes verschijnen en dan
zal uw hartslag worden getoond. Voor een juiste
hartslagmeting houd de contactpunten
ongeveer 15 seconden vast.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
6
neer u klaar bent met uw oefening.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets, en
haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Bewaar
de sleutel op een veilige plaats. Zet de aan/uit-
schakelaar dan op "uit" en trek het elektriciteitss-
noer uit het stopcontact.
HOE EEN SNELHEIDSPROGRAMMA TE GE-
BRUIKEN
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
1
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 11.
Kies een van de vier snelheidsprogramma's.
2
Om een snelheidspro-
gramma te kiezen, druk
herhaaldelijk op de
Programmakeuzetoets
[PROGRAM SELECT];
"P-1", "P-2", "P-3" of "P-
4" zal enkele seconden op de prioriteitsdisplay
verschijnen en het gekozen programma
aangeven. De maximale snelheid van het
gekozen programma zal ook enkele seconden op
een van de displays verschijnen.
All manuals and user guides at all-guides.com
Metal
Contacts
E T W E 1 3 9 0 6
W E T L 1 3 9 0 6
Elk programma bestaat uit 30 tijdsegmenten van
één minuut. U kunt een snelheid instellen voor elk
tijdsegment. Opmerking: U kunt dezelfde snelheid
instellen voor twee of meer opeenvolgende tijd-
segmenten. Op de profielen links naast de
Programmakeuzetoets wordt de snelheid van de
loopband tijdens de programma's getoond.
Druk op de Starttoets of de Versnellingstoets
3
om het programma te starten.
Als de toets wordt ingedrukt, zal de loopband au-
tomatisch de snelheid aanpassen aan de in-
stelling die voor het eerste tijdsegment gepro-
grammeerd is. Houd de handleuning vast en
begin te stappen.
Als het eerste tijdsegment van het programma
voorbij is, zult u een reeks tonen horen. Als er een
nieuwe snelheid voor het tweede tijdsegment ge-
programmeerd is, dan zal de snelheidsinstelling
op een van de displays beginnen te knipperen om
u te verwittigen, en dan zal de snelheid van de
loopband veranderen. Het programma zal door-
gaan totdat de 30 tijdsegmenten verstreken zijn.
De loopband zal dan vertragen en tot stilstand
komen.
Als de snelheid te hoog of te laag is tijdens het
programma, dan kunt u de snelheid handmatig bi-
jstellen door op de Versnellings- of Vertragings-
toets te drukken. Als het volgende tijdsegment
start, dan zal de loopband de snelheid automa-
tisch aanpassen aan de snelheid die voor dat
tijdsegment geprogrammeerd is.
Om het programma te stoppen, druk op de
Stoptoets. De tijd zal beginnen te knipperen op
een van de displays. Om het programma opnieuw
te starten, druk op de Starttoets of op de
Versnellingstoets. De loopband zal beginnen te
draaien met een snelheid van 2 km/u. Als het vol-
gende tijdsegment start, dan zal de loopband de
snelheid automatisch aanpassen aan de snelheid
die voor dat tijdsegment geprogrammeerd is.
Uw vordering op de piste en de drie displays
4
volgen.
Raadpleeg stap 4 op pagina 12.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
5
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op deze pagina.
13