REMKO MKT
16
1
5
2
3
Afb. 4: Infrarood-afstandsbediening
Keuze bedrijfsmodus „Mode"
n
Koelen „Cool"
Het apparaat dient voor het koelen van de
ruimte. Het filtert en ontvochtigt de lucht en
creëert op deze wijze een aangenaam binnen-
klimaat.
n
Ontvochtigen „Dehumidify"
In de bedrijfsmodus Ontvochtigen wordt vocht
aan de lucht in het vertrek onttrokken.
Ventileren „Fan"
n
Het apparaat laat de lucht in het vertrek circu-
leren, filtert deze en zorgt voor een gelijkma-
tige luchtstroom.
10
Bedrijfsmodus Koelen „Cool"
1.
2.
7
3.
6
4.
4
15
5.
6.
7.
Bedrijfsmodus Ontvochtigen „Dehumidify"
1.
2.
3.
Bedrijfsmodus Ventileren „Fan"
1.
2.
3.
4.
De luchtafvoerslang aan de wanddoorvoer of
het venster aanbrengen
Het apparaat met de toets „Power"
kelen.
Op de toets „Mode"
drukken tot de led
2
„Cool"
brandt.
9
Ventilatorinstelling via de toets „Fan
Speed"
kiezen:
3
„High" hoogste ventilatortoerental
„Med" gemiddelde ventilatortoerental
„Low" kleinste ventilatortoerental.
Brandt de led „Room Temp"
huidige kamertemperatuur op het display
weergegeven.
Zodra op de toets
/
4
5
springt de weergave van de kamertempera-
tuur naar de ingestelde temperatuur (led
brandt) en geeft 15 seconden lang de
gewenste temperatuur aan.
De gewenste kamertemperatuur via de toets
„Timer/Temp Adjust"
/
5
naar boven
verhoogt, de pijl naar beneden
5
verlaagt de op het display
6
geven instelwaarde.
De luchtafvoerslang aan de wanddoorvoer of
het venster aanbrengen.
Het apparaat met de toets „Power"
kelen.
Op de toets „Mode"
drukken tot de led
2
„Dehumidify"
brandt, de ventilator wordt
9
automatisch in de stand „Med", gemiddeld
ventilatortoerental, geschakeld.
Het apparaat met de toets „Power"
kelen.
Op de toets „Mode"
drukken tot de led
2
„Fan"
brandt.
9
Ventilatorinstelling via de toets „Fan
Speed"
kiezen:
3
„High" hoogste ventilatortoerental
„Med" gemiddelde ventilatortoerental
„Low" kleinste ventilatortoerental
De kamertemperatuur wordt niet beïnvloed
en blijft constant. Daarom kunnen de toetsen
Temperatuur-/tijdinstelling „Timer/Temp.
Adjust"
/
niet gebruikt worden.
5
6
inscha-
1
dan wordt de
12
7
/
gedrukt wordt,
6
13
instellen. De pijl
6
weerge-
7
inscha-
1
inscha-
1