2.2 HANDSET:
1.
open het batterijcompartiment van
de handset door de batterijdeksel
naar onder weg te schuiven
2.
plaats de batterijen in het batte-
rijcompartiment; let hierbij op de
polariteit (+ en -)
3.
schuif de batterijdeksel terug op
de handset en plaats de handset
in de basis of houder / oplader
4.
de handset gedurende 15 uur on-
afgebroken in de basis of houder
/ oplader laten staan om de batte-
rijen goed op te laden
PLAATS ALLEEN OPLAAD-
BARE NiMH (NIKKEL-
METAAL-HYDRIDE) BATTE-
RIJEN. HET GEBRUIK VAN NIET
OPLAADBARE BATTERIJEN
LEIDT TOT GEVAARLIJKE SITU-
ATIES OF ONTPLOFFINGSGE-
VAAR.
2.3 EXTRA HANDSETS EN OPLADERS:
Voor elke extra handset worden 2 batterijen en een oplader met
adapter meegeleverd. Doe de adapter van elke oplader in een 230
Volt stopcontact, plaats de batterijen in de handset(s) en plaats de
handset(s) gedurende 15 uur in de oplader(s) om de batterijen op te
laden.
7