nl Reiniging en onderhoud
Vóór de volgende keer wassen
Om te voorkomen dat bij de volgen-
de wasbeurt wasmiddel ongebruikt in
de afvoer stroomt, voert u het pro-
gramma Afpompen uit, nadat u de
pomp heeft geleegd.
De kraan opendraaien.
1.
Steek de stekker in het stopcon-
2.
tact.
Schakel het apparaat in.
3.
Een liter water in compartiment II
4.
gieten.
Start het programma Afpompen .
5.
Waterafvoerslang op de sifon
reinigen
Wanneer de waterafvoerslang op de
sifon is verontreinigd of het sop niet
wordt afgepompt, dan moet u deze
reinigen.
Het apparaat uitschakelen.
1.
Stekker van het apparaat van het
2.
stroomnet scheiden.
De slangklem losmaken en de wa-
3.
terafvoerslang er voorzichtig aftrek-
ken.
Er kan resterend water uitlopen.
De waterafvoerslang en de sifon-
4.
aansluiting reinigen.
42
De waterafvoerslang opsteken en
5.
de aansluitklem met de slangklem
borgen.
Zeef in de watertoevoer reini-
gen.
Reinig de zeef in de watertoevoer in
geval van verstoppingen of bij een te
lage waterdruk.
Watertoevoerslang legen
De waterkraan sluiten.
1.
Een programma instellen, maar
2.
niet Spoelen , Centrifugeren of
Afpompen .
Programma starten en ca. 40 se-
3.
conden laten lopen.
Het apparaat uitschakelen.
4.
Stekker van het apparaat van het
5.
stroomnet scheiden.