2. Druk voor het gebruik van het apparaat in de DMX modus op de MODE toets totdat "
DMX MODE ADDR:.XXX" in het display verschijnt. " XXX" geeft het actuele DMX
adres weer. Gebruik de UP en DOWN toetsen om het DMX adres aan te passen.
Druk op de SET UP toets totdat "CHAN:XX" in het display verschijnt om de DMX
3.
kanaalmodus te selecteren. "XX" vertegenwoordigt de actuele DMX kanaalmodus.
Gebruik de UP en DOWN toetsen om de DMX kanaalmodus te selecteren.
4. Zie de tabel op pagina 16 t/m 21 voor gedetailleerde beschrijving van de DMX
kenmerken.
5. Na het instellen van een DMX kanaal modus kan het apparaat via de XLR
aansluitingen worden aangesloten op een DMX controller.
STATUS BATTERIJ:
Met deze functie kan de resterende capaciteit van de batterij weergegeven/gecontroleerd
worden.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets totdat
"BATT LEV XXX" in het display verschijnt. "XXX" vertegenwoordigt de resterende
capaciteit van de batterij. Indien "BATT LEV----" in het display verschijnt is de batterij
leeg of wordt het apparaat via de netspanning gevoed.
OPLADEN BATTERIJ:
Dit wordt gebruikt om de het PCB board in te schakelen.
1. Druk op de MODE toets totdat "BATT LEV" in het display verschijnt.
2. Druk op de SET UP toets totdat "BATT LEV LAOD XX" in het display verschijnt. "XX"
vertegenwoordigt "ON" of "OFF".
3. Gebruik de UP en DOWN toetsen zodat "ON" wordt weergegeven. Wanneer "ON" al
wordt weergegeven betekent dit dat de PCB al actief is,
DEFAULT RUNNING MODUS (FABRIEKSINSTELLINGEN):
Met deze functie worden alle eerder gemaakte instellingen teruggebracht naar de
fabrieksinstellingen. De AUTO RUN modus wordt geactiveerd.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets totdat
"OPTION BLGT:XX" in het display verschijnt. "XX" vertegenwoordigt "ON" of "OFF".
2. Druk op de SET UP toets totdat "SYS RESET" in het display verschijnt.
3. Druk de UP en DOWN toetsen tegelijkertijd in. Het apparaat keert nu naar de
fabrieksinstellingen.
ADJ RFC AFSTANDSBEDIENING:
Met deze functie kan de ADJ RFC afstandsbediening geactiveerd of gedeactiveerd worden.
Als deze functie is geactiveerd kunnen de functies van het apparaat via de ADJ RFC
bediend worden. Zie hiervoor de uitgebreide beschrijving van de functies op deze pagina.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets totdat
"OPTION" in het display verschijnt.
2. Druk op de SET UP toets totdat "RFXX" in het display verschijnt. "XX"
vertegenwoordigt "ON" of "OFF".
3. Druk op de UP of DOWN toetsen om de afstandsbediening te activeren (ON) of uit te
schakelen (OFF).
WiFLY ADRESSERING / WiFLY On/Off:
Met deze functie wordt het WiFly adres ingesteld en wordt de WiFly functie in- of
uitgeschakeld. Het adres moet overeenkomen met het geselecteerde adres op de WiFly
TransCeiver of WiFly controller.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk zo vaak op de MODE toets
totdat "WIFI SET ADDR:XX" in het display verschijnt. "XX" vertegenwoordigt een
nummer tussen 00 – 14.
American DJ -
– WiFly EXR QA5 IP – Gebruikershandleiding pagina 13
www.adj.eu