Apparaatinstellingen
nl
2
Apparaatinstellingen
U kunt apparaatinstellingen direct
A p p a r a a t i n s t e l l i n g e n
activeren/deactiveren of aanpassen.
Kinderslot
U kunt het kinderslot van het apparaat
activeren of deactiveren. Als u het
kinderslot activeert, verhindert u het per
ongeluk bedienen van het paneel.
Apparaatinstelling als volgt activeren/
deactiveren:
Tegelijk op Tijd en Klaar in gedurende
ca. 3 seconden drukken.
E wordt op het display weergegeven/
verborgen.
Het kinderslot is geactiveerd /
gedeactiveerd
Aanwijzingen
U kunt het kinderslot na het
■
inschakelen van het apparaat altijd
activeren.
Het kinderslot blijft ook na het
■
uitschakelen van het apparaat
geactiveerd. Om het
bedieningspaneel na het
inschakelen te kunnen bedienen,
moet u het kinderslot deactiveren.
34
Instructiesignaal
U kunt het instructiesignaal aan het
programma-einde activeren of
deactiveren. Wanneer u deze instelling
activeert, klinkt aan het programma-
einde een akoestisch signaal.
Apparaatinstelling als volgt activeren/
deactiveren:
Op Signaal drukken.
C wordt op het display weergegeven/
verborgen.
Het instructiesignaal aan het
programma-einde is geactiveerd/
gedeactiveerd.
Wanneer aan het einde
Aanwijzing:
van het programma geen signaal klikt,
hoewel het instructiesignaal wel is
geactiveerd, dan kunt u de
apparaatinstellingen aanpassen.
~ Blz. 35