RAID-beveiligingstypen wijzigen
U kunt de RAID-beveiliging van bestaande opslaggroepen wijzigen. U kunt ook het type RAID-beveiliging
instellen wanneer u
stations toevoegt
maakt. Beveiligingstype kan alleen worden gewijzigd wanneer de opslaggroep in een normale (gezonde)
status is. Indien u niet bekend bent met RAID-beveiliging, wordt u afgeraden om deze instelling te
wijzigen.
Bij de meeste wijzigingen van het beveiligingstype worden alle gegevens in de opslaggroep
verwijderd. Bij de volgende wijzigingen aan het beveiligingstype gaan er geen gegevens verloren:
Een RAID 5- of RAID 6-configuratie uitbreiden door een of meerdere stations toe te voegen.
●
Migreren van een RAID 1-configuratie met twee schijven naar een RAID 5-configuratie met
●
drie of meer schijven.
Migreren van een RAID 5-configuratie met drie of meer schijven naar een RAID 6-configuratie
●
met zes of meer schijven.
Migreren van JBOD met één schijf naar RAID 1 met twee schijven.
●
Als u het RAID-type wilt wijzigen, vouwt u het gedeelte Gegevens van een opslaggroep uit op de pagina
Stationbeheer en kiest u een waarde in het vervolgmenu Bescherming:
Dubbele pariteit (RAID 6)
●
Pariteit (RAID 5)
●
Mirror Stripe (RAID 10)
●
Geen (RAID 0)
●
Meer informatie over deze RAID-typen vindt u in
De weergegeven beschikbare capaciteit verandert wanneer u een ander RAID-type selecteert in het
vervolgmenu Bescherming. De capaciteit van de RAID-array is gebaseerd op het gebruik van het station.
Dit verschilt per RAID-type.
Klik op Toepassen om de RAID-beveiliging te wijzigen.
Klik op Annuleren om uw eerder ingestelde RAID-configuratie te behouden.
aan uw px12-450r Network Storage en
Opslaggroepen toevoegen en
nieuwe opslaggroepen
beheren.
RAID-beveiligingstypen wijzigen
Opslaggroepbeheer
91