4.3
Spankracht instellen
De ingestelde spankracht wordt voortdurend weergegeven bij bedrijfsklare toestand.
► Toets "Spankracht" (2) indrukken.
–
De ingestelde spankracht knippert 5
seconden.
–
De toetsen + (1) en - (3) verschijnen.
–
Niet gebruikte indicaties worden verbor-
gen.
► Toets + (1) of – (3) indrukken tot de gewenste
spankracht wordt aangegeven.
–
De statusindicatiebalk (4) geeft de
ingestelde spankracht in relatie tot de
mogelijke maximale waarde weer.
► Opslaan: Toets "Spankracht" (2) indrukken of 5 seconden wachten.
●
Omschakelen tussen weergave in "N" of "lbf": Knipperende toets "Spankracht" (2)
twee seconden indrukken.
●
Elke druk op een toets wordt bevestigd met een akoestisch signaal.
●
De spankracht wordt voortdurend weergegeven bij bedrijfsklare toestand.
●
Instelling softspanning (hoofdst. 4.4).
BXT3-32:
Standard
Soft
(waarden afgerond)
* N = Newton, lbf = pound-force per vierkante inch
4.4
Softspanning instellen
Bij softspanning start het spanwiel langzamer op en is de spankracht beperkt. Dit voorkomt een over-
matige vervuiling van het spanwiel bij band.
► Toets "Soft" (1) indrukken.
–
De softmodus is gedeactiveerd, wanneer
de "SOFT"-indicatie (2) van positie ver-
andert en met een kader wordt weerge-
geven.
► Toets "Soft" (1) indrukken.
De softmodus is geactiveerd, wanneer
–
de "SOFT"-indicatie (3) van positie veran-
dert en vetgedrukt wordt weergegeven.
–
De weergegeven spankracht is overeen-
komstig verlaagd.
–
Links onder de spankracht verschijnt
bovendien een "S" (4).
_
14 van 26
1
2
N*
3000
3500
lbf*
675
785
N*
1000
1500
lbf
33
50
SIGNODE BXT3-32
3
3
4
5
4000
4500
5000
900
1000
1120
2000
2500
3000
67
85
100
1
2
3
4
4
2
1
6
7
8
5500
6000
6500
1240
1350
1460
3500
4000
4500
120
135
150
V 04.21_NL
9
7000
1570
5000
165