Binnenunit
Opmerking:
1) Omwikkel de koelmiddelleidingen en de draineerslang samen met isolati-
etape zoals in de figuur rechts, als de draineerslang door de achterkant
van de binnenunit geleid wordt.
2) Als de klauwen van het bodemframe maar moeilijk in de klemmen van de
montageplaat bevestigd kunnen worden, kan de binnenunit met schro-
even (M4 × 12L) aan de montageplaat bevestigd worden.
3-3. Muurleidingen.
Volg de instructies onde
Leidingen aan de linkerkant, links-achter of links-onder
1) Steek de afvoerslang zo diep dat hij niet uit de afvoerpijp getrokken kan
worden.
4.
Bedrading.
WAARSCHUWING
1) Gebruik geen snoer of stopcontact dat ook een ander apparaat van stroom voorziet, verlengsnoeren of verdeelstekkers daar
deze oververhitting, kortsluiting of brand kunnen veroorzaken.
2) Gebruik nooit vervangende niet-originele elektrisch onderdelen in het product. (Sluit de voeding voor de afvoerpomp en
andere hulpapparaten nooit aan op het aansluitingenblok in het apparaat.) Wanneer u dit toch doet kan gevaar voor elek-
trische schokken of brand ontstaan.
3) Installeer altijd een aardlekschakelaar. (Het niet plaatsen van een aardlekschakelaar kan gevaar op elektrische tot gevolg hebben.)
4) Sluit bij het installeren van de bekabeling tussen binnen- en buitenunits altijd de aansluitingen met corresponderende nummers op elkaar aan.
Wanneer een aansluiting aangesloten wordt op een ander aansluiting met een ander nummer, kan de airconditioner uitschakelen of de zekering
van de binnen- of buitenunit doorbranden.
(Zie het elektrisch schema bij het product voor meet informatie over de specificatie van de zekeringen.)
• Schakel de hoofdschakelaar nooit in voordat alle aansluitingen zijn gemaakt.
1) Strip de uiteinden van de draden. (15mm)
2) Kijk goed welke draad met welke kleur correspondeert met het nummer op het blok met aansluitingen op zowel de
binnen- als de buitenunit en schroef de draden stevig vast in de aansluitingen.
3) Sluit de aarding aan op de daarvoor bestemde aansluitingen.
4) Probeer of de draden goed vast zitten en zet de draadklem vast.
5) Zorg ervoor dat de draden niet in de weg zitten en dat het onderhoudsdeksel weer past.
Zet de draden stevig vast met
de aansluitingsschroeven.
Verbindingsdraden
5
4
3
2
1
Zet de draden stevig vast
Binnenunit
met de aansluitingsschroeven.
Thermistorkabel (Meegeleverd bij de binnenunit)
7
Elektrische aansluitingen doos
Zorg ervoor dat het
onderhoudsdeksel
weer past.
Draadklem
Buitenunit
1 2 3 4 5 L N E
Of de Aardlekschakelaar nodig is, hangt
af van de omstandigheden ter plaatse.
Zekering
Aardlekschakelaar
10A
H05RN
Aarde
Onderdeksel
Steek de afvoerslang
zo diep dat hij niet uit
de afvoerpijp
.
getrokken kan worden.
Aansluitingenblok
Zet de draden stevig
vast met de
aansluitingsschroeven.
1 2 3
4 5
Draai de draadklem
goed vast zodat er niet
aan de aansluitingen
getrokken wordt.
Gebruik het gespecificeerde
type draad.
Netvoeding
Specificatie van de bedrading
50Hz 220-240V
Verbindingsdraden
Voedingsdraad
A
Montageplaat
Afvoerslang
Koelmiddelleidingen
G M4 × 12L (2 stuks)
Binnenmuur
Minstens
Afvoerslang
50mm.
PVC afvoerpijp
(VP-30)
Buitenmuur
2
Draad
Maat (mm
)
Aantal kernen
1,0
4
H05RN
1,5
3
■Nederlands