Instructies
Startprocedure voor voertuigen:
Opmerking:
Raadpleeg voor de aanbevolen starthulpinstructies altijd de documentatie van
de voertuigfabrikant (handleiding of werkplaatshandleiding).
1
4
1. Schakel alle elektrische componenten van het voertuig UIT.
2. Draag oogbescherming.
3. Zie Afbeelding 3 en 4. Verwijder de afdekking van de starthulppoort (4) en sluit
de kabelklemadapter stevig aan.
4. Zet de AAN/UIT-knop (1) op ON (AAN)
5. Het LED-scherm toont een display dat naar rechts draait (stap 3 in Afbeelding 4);
het apparaat is gereed.
www.lasertools.co.uk
6
2
3
5
Fig 4
Instructies
6. Sluit eerst de meegeleverde rode kabelklem aan op de pluspool van de
voertuigaccu (+). Sluit vervolgens de zwarte kabelklem aan op de minpool van
de voertuigaccu (-). Het scherm geeft nu de beschikbare spanning weer.
7. Start het voertuig. Beperk de duur van de startpogingen tot maximaal 4-5
seconden per keer.
8. Zodra het voertuig is gestart, verwijdert u de kabelklemadapter van het apparaat;
vervolgens koppelt u eerst de zwarte kabelklem (-) en als laatste de rode
kabelklem (+) los van de polen van de voertuigaccu.
Opmerking:
• Laat de starthulp na mislukte startpogingen ongeveer drie minuten afkoelen. Als
u het voertuig na drie pogingen niet kunt starten, moet u met de startprocedure
stoppen.
• Als het apparaat gereed is gemaakt voor starthulp en de klemmen zijn
aangesloten op de voertuigaccu, wordt de belasting getest en geeft het LCD-
scherm de beschikbare spanning weer. De belasting wordt iedere 5 seconden
getest (de weergegeven beschikbare spanning kan variëren). Na 20 seconden
worden het testen van de belasting en de startfunctie onderbroken. Als binnen
20 seconden niet is geprobeerd het voertuig te starten, ontkoppel dan de
kabelklemadapter en sluit deze weer aan. Het testen van de belasting wordt
hervat.
www.lasertools.co.uk
7