kunnen worden. Op de motorplaat zijn de
motor en de motordipswitchprint gemonteerd.
Installatie
De installatie moet geschieden met zo weinig
mogelijk weerstand in het kanaal.
Flexibele leidingen moeten worden vermeden.
Van de niet gebruikte aanzuigopeningen mag de
breekplaat niet worden verwijderd, tenzij deze
openingen weer voldoende worden afgedicht
conform de veiligheidseisen. Aan de achterzijde
van het aanzuigplenum bevindt zich een opening
ten behoeve van aansluiting direct op de wand
of het plafond. Indien deze aansluiting niet
wordt gebruikt dient hij te worden afgedicht
met het meegeleverde "luchtgeleidingskruis".
Dit kan er eenvoudig in worden gedrukt en
gedraaid tot het vast klikt. De montage van
het aanzuigplenum aan de muur of op plafond
geschiedt met een viertal meegeleverde
schroeven en pluggen, vanuit de binnenzijde
van het plenum.
4
Onderhoud bewoner
De bewoner dient er op toe te zien dat de
ventilator 1x per jaar door de installateur wordt
gecontroleerd en, indien nodig, gereinigd.
De ventielen kunnen met een sopje worden
gereinigd. Hiervoor worden de ventielen uit het
ventilatiekanaal genomen.
Let op!
Dat de instelling van de ventielen niet
wordt gewijzigd en dat de ventielen onderling
niet worden verwisseld. De stand van de ven-
tielen, alsmede de gemeten luchthoeveelheid
kan worden genoteerd achterin dit boekje.
Onderhoud installateur
Het onderhoud dient te geschieden met elektrisch
uitgeschakelde motor en met de perilex steker
uit de wandcontactdoos.
De ventilator dient 1x per jaar te worden
gecontroleerd en, indien nodig, gereinigd.
Hiertoe wordt de motorplaat gedemonteerd
volgens de aanwijzingen op pagina 5 en met
een sopje (water en zeep) gereinigd.
Voorkom dat er water en zeep in de motor komt.