Inhoudsopgave
Advertenties
3
Verwarmingsinstallatie in werking stellen
3.4
Verwarmingsinstallatie uitschake-
len
V Schakel de bedrijfsschakelaar op het regeltoestel uit
(stand "0"). Zo worden de CV-ketel en alle componen-
ten (b.v. brander) uitgeschakeld.
V Sluit de hoofdkraan van de brandstoftoevoer.
Voorzichtig: Schade aan de installatie door
bevriezing.
De verwarmingsinstallatie kan bij vorst be-
vriezen, wanneer ze buiten bedrijf werd ge-
steld.
V Laat de CV-installatie, indien mogelijk, in-
geschakeld.
V Zorg ervoor dat de CV-installatie niet kan
bevriezen door eventueel de verwarmings-
en tapwaterleidingen leeg te laten lopen
op het laagste punt van de installatie.
3.5
Handelwijze in een noodsituatie
Schakel de CV-installatie alleen in noodgeval
via de zekering van de opstellingsruimte of de
CV-noodschakelaar uit.
In een noodgeval, b.v. bij een brand, gaat u als volgt te
werk:
V Breng uzelf nooit in levensgevaar. De eigen veiligheid
gaat vóór alles.
V Sluit de hoofdkraan van de brandstoftoevoer.
V Schakel de verwarmingsinstallatie via de verwar-
mingsnoodschakelaar of via de betreffende zekering
stroomloos.
3.6
Aanwijzingen voor de werking
De juiste brandstof
Voor een feilloze werking moet u voor de verwarmingsin-
stallatie gebruik maken van de juiste soort brandstof van
de gepast kwaliteit.
Voorzichtig: Schade aan de installatie door
verkeerde brandstof.
V Gebruik uitsluitend de aangegeven brand-
stof. De juiste brandstof wordt door de in-
stallateur in tabel 1 ingevuld.
Laat u door uw verwarmingsinstallateur adviseren,
wanneer u uw CV-installatie wilt omschakelen naar een
andere brandstofsoort of wanneer u de CV-ketel met een
brandstof met afwijkende specificatie wilt gebruiken.
10
Logano G225/Logano plus GB225 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
Maak alleen gebruik van deze brandstof:
____________________________
____________________________________________
Stempel/datum/handtekening
Tab. 1 De te gebruiken brandstof (wordt door de instal-
lateur ingevuld)
Aanwijzingen voor de plaatsingsruimte
Voorzichtig: Schade aan de ketel door ver-
ontreinigde verbrandingslucht.
V Verbrandingslucht vrij houden van agres-
sieve stoffen (b.v. halogeen-koolwaterstof-
fen, die chloor- of fluorverbindingen
bevatten). Corrosie wordt zo voorkomen.
V Vermijd sterke stofvorming.
Voorzichtig: Schade aan de installatie door
water.
V Bij acuut gevaar voor hoog water moet de
CV-ketel brandstof- en stroomzijdig buiten
bedrijf gesteld worden, vooraleer het wa-
ter binnenkomt.
V Laat uw CV-installatie na binnenkomst van
water door een installateur controleren,
voordat u de CV-installatie weer in wer-
king stelt.
V Onderdelen die met water in aanraking
zijn geweest moeten door een erkend in-
stallateur worden vervangen.
Advertenties
Inhoudsopgave
