Aantekening: De snelheid voor heffen/neerlaten
varieert met de buiging van de joystick, hoe minder de
joystick is gebogen, hoe lager de snelheid.
Rij- en remfuncties
1. Druk op de functietoets rijden/sturen. De knop
moet oplichten.
2. Houd de deblokkeertoets van de joystick ingedrukt
en duw de joystick langzaam naar voren totdat de
machine begint te bewegen; zet de joystick daarna
weer in de middelste stand. De machine moet
vooruit bewegen en dan stoppen.
3. Houd de deblokkeertoets van de joystick ingedrukt
en duw deze langzaam naar achteren totdat de
machine begint te bewegen; zet de joystick daarna
weer in de middelste stand. De machine moet
achteruit bewegen en dan stoppen.
Aantekening: De rijsnelheid varieert met de buiging
van de joystick, hoe minder de joystick is gebogen,
hoe lager de snelheid.
BELANGRIJK
De rem moet de machine kunnen tegenhouden op
elke helling die de machine kan klimmen.
Stuurfunctie
Links
1. Druk op de functietoets rijden/sturen. De knop
moet oplichten.
2. Houd de deblokkeertoets op de joystick ingedrukt
en druk op linkerkant van de duimtuimelschakelaar
voor de stuurfunctie en duw de joystick langzaam
naar voren; de machine moet naar links sturen.
3. Houd de deblokkeertoets op de joystick ingedrukt
en druk op rechterkant van de
duimtuimelschakelaar voor de stuurfunctie en duw
de joystick langzaam naar voren; de machine moet
naar rechts sturen.
Gebruiksaanwijzing GTJZ1412E&1414E&1412E Plus
Aantekening: De snelheid voor rijden/sturen varieert
met de buiging van de joystick, hoe minder de joystick
is gebogen, hoe lager de snelheid.
Keuzeschakelaar voor hoge/lage rijsnelheid
Vooruit
Achteruit
1. Druk bij ingeklapte machine op de keuzeknop
2. Druk nogmaals op de knop; het indicatielampje
TESTEN VAN DE
RIJSNELHEID
Een redelijke rijsnelheid is essentieel voor veilige
Rechts
bediening van de machine. De rijfunctie moet snel en
soepel reageren op de bediening door de bedienaar.
De machine mag binnen het regelbare snelheidsbereik
niet schudden, schokken of ongewone geluiden
maken.
1. Trek de noodstopknoppen on de grond- en
2. Draai de sleutelschakelaar op de grondbediening
3. - SINOBOOM-systeem Beweeg de
6-7
FUNCTIETEST VÓÓR HET GEBRUIK
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR KANTELEN
Selecteer de modus voor lage
rijsnelheid als de machine helt.
Als het kantelalarm klinkt, stop dan
alle functionele handelingen, behalve
neerlaten, en ga niet verder met de
werkzaamheden, tenzij de factor die
het kantelen veroorzaakt is
weggenomen.
rijden met hoge/lage snelheid; de knop moet
oplichten en de machine moet rijden met lage
snelheid.
van de knop moet uit zijn en de machine moet
rijden op hoge snelheid.
platformbedieningen uit naar de stand AAN.
naar de stand platformbediening.
Testen lage snelheid:
deblokkeertoets voor de heffunctie op de
platformbediening omhoog, het indicatielampje
moet aan zijn.
- DTC-systeem: Druk op de deblokkeertoets voor
de heffunctie; de toets moet oplichten.
© okt 2021