Het programmeren van aanvullende functies
Behoedzaam wassen
Wanneer de functie "Behoedzaam
wassen" is geprogrammeerd, wordt
het aantal trommelbewegingen gere-
duceerd.
Zo kan licht vervuild wasgoed be-
hoedzamer worden gewassen.
"Behoedzaam wassen" kan worden ge-
bruikt in de programma's WITTE WAS /
BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND,
Miniwas , Stijven en Combinatiewas .
Met deze functie wordt in bovenge-
noemde programma's bij iedere was-
beurt met het behoedzame ritme ge-
wassen.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geprogrammeerd.
Het programmeren van de aanvullen-
de functie gebeurt met de stappen
tot en met
:
De aanvullende functies worden gepro-
grammeerd met behulp van de toetsen
voor de extra functies en met behulp
van de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar-
den worden voldaan:
– De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
– De deur moet gesloten zijn.
– De programmakeuzeschakelaar
moet op de stand Einde staan.
36
A Druk de toetsen van de extra func-
ties Kort en Extra water tegelijk in en
houd ze ingedrukt.
B Schakel de wasautomaat met behulp
van de I-Aan/0-Uit - toets in.
C Laat alle toetsen los.
In het programmaverloop knippert het
controlelampje Wassen .
D Draai de programmakeuzeschake-
laar op de stand Combinatiewas .
D Controleer of de functie "Behoed-
zaam wassen" is ingesteld.
– Brandt het controlelampje Spoelen
niet, dan is de functie "Behoedzaam
wassen" niet ingesteld.
– Brandt het controlelampje Spoelen
wel, dan is de functie "Behoedzaam
wassen" wel ingesteld.
^ Door op de START - toets te drukken
kunt u overschakelen van de ene
naar de andere variant.
F Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen en geactiveerde aanvullen-
de functie is nu opgeslagen en blijft dat
totdat ze weer wordt gewist.