Aan de slag
Begininstellingen opgeven
U moet enkele begininstellingen opgeven voor het
eerste gebruik van de eenheid, na het vervangen
van de auto-accu of na het wijzigen van de
aansluitingen.
Als het scherm met de begininstellingen niet wordt
weergegeven bij het inschakelen van de eenheid,
voert u de procedure voor het herstellen van de
fabrieksinstellingen (pagina 16) uit om het apparaat
te initialiseren.
1
Tik op [Language] en stel de displaytaal in.
2
Raak [Demo] één keer aan om [OFF] te
selecteren en de demomodus uit te schakelen.
3
Tik op [OK].
De opstartmelding wordt weergegeven.
4
Lees de opstartmelding door en tik op
[Close] als u alle voorwaarden accepteert.
De instelling is voltooid.
Deze instelling kan verder worden geconfigureerd
in het instellingenmenu (pagina 15).
Een BLUETOOTH-apparaat
voorbereiden
U kunt muziek afspelen of handsfree bellen
afhankelijk van het BLUETOOTH-compatibele
apparaat, zoals een smartphone, mobiele telefoon
of audioapparaat (hierna 'BLUETOOTH-apparaat'
genoemd, tenzij anders vermeld). Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing geleverd bij het apparaat voor
meer informatie over het aansluiten.
Voordat u het apparaat aansluit, verlaagt u het
volume van dit apparaat. Doet u dit niet, dan
kunnen er luide geluiden geproduceerd worden.
Koppeling en verbinding maken met
een BLUETOOTH-apparaat
Wanneer u een BLUETOOTH-apparaat voor het
eerst aansluit, moet een wederzijdse registratie
('koppeling' genoemd) plaatsvinden. Door een
koppeling door te voeren, kunnen dit apparaat
en andere apparaten elkaar herkennen.
1
Plaats het BLUETOOTH-apparaat in een
straal van 1 meter van dit apparaat.
2
Druk op HOME en tik vervolgens op
[Instellingen].
3
Tik op [Bluetooth].
4
Tik op [Bluetooth-verbinding] en stel het
signaal in op [ON].
Het BLUETOOTH-signaal is ingeschakeld en
gaat branden op de statusbalk van de eenheid.
5
Tik op [Pairing].
knippert terwijl het apparaat zich in de stand-
bystand voor de koppeling bevindt.
6
Voer de koppeling uit op het BLUETOOTH-
apparaat zodat het deze eenheid
detecteert.
7
Selecteer [XAV-AX1005DB] op het display
het BLUETOOTH-apparaat.
Als uw modelnaam niet weergegeven wordt,
herhaalt u dit proces vanaf stap 5.
8
Als u een wachtwoord* moet invoeren op
het BLUETOOTH-apparaat, voert u [0000] in.
* Het wachtwoord kan, afhankelijk van het BLUETOOTH-
apparaat, 'toegangscode', 'PIN-code', 'PIN-getal',
'wachtwoord', enzovoort worden genoemd.
Wachtwoord invoeren
[0000]
Als de koppeling doorgevoerd is, blijft
branden.
9
Selecteer dit apparaat op het BLUETOOTH-
apparaat om de BLUETOOTH-verbinding te
activeren.
of
licht op wanneer de verbinding tot
stand is gebracht.
Opmerkingen
• De eenheid kan slechts worden verbonden met één
BLUETOOTH-apparaat tegelijk.
• Om de BLUETOOTH-verbinding te verbreken, schakelt u de
verbinding uit op de eenheid of op het BLUETOOTH-
apparaat.
• BLUETOOTH-koppeling is niet mogelijk wanneer Apple
CarPlay wordt uitgevoerd.
7
NL