Om de 50 bedrijfsuren
Voordat u de olie ververst, moet u de motor enkele
minuten laten lopen zodat de olie warm wordt. Warme
olie stroomt beter en voert vervuilingen beter mee.
1. Voer de voorbereidingen voor het onderhoud uit, zie
Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.
2. Verwijder de peilstok (Figuur 36).
Figuur 36
3. Kantel de machine op de zijkant (met het luchtfilter
naar boven) om de oude olie via de vulbuis weg te
laten lopen (Figuur 37).
Figuur 37
4. Giet langzaam olie in de vulbuis totdat het
peil de Vol-markering op de peilstok bereikt
(Figuur 38). Niet te vol vullen. (Maximale
vulhoeveelheid: 0,59 l, type: SAE 30 reinigingsolie,
met onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ, SL van
het American Petroleum Institute [API] of hoger).
5. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats.
6. Geef de oude olie af bij een erkend inzamelpunt.
De accu opladen
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren
Laad de accu voor het eerste gebruik gedurende 24 uur
op; doe dit vervolgens elke maand (steeds na 25 keer
starten) of wanneer dit nodig is. Gebruik de acculader
altijd op een beschutte plaats en laad de accu op bij
kamertemperatuur (22° C) indien dit mogelijk is.
1. Sluit de acculader aan op de kabelboom van de
machine, die zich onder het contactsleuteltje bevindt
(Figuur 39).
2. Sluit de acculader aan op een stopcontact.
Opmerking: Als de accu niet meer kan worden
opgeladen, moet u deze afvoeren of verwerken
volgens de plaatselijk geldende voorschriften.
16
Figuur 38
Figuur 39