5
Nummergeheugen
De Santiago 300 heeft een geheugen voor 15 telefoonnummers.
U kunt 10 telefoonnummers opslaan in het nummergeheugen
van de handset en 5 in het nummergeheugen van het basissta-
tion. Telefoonnummers die zijn opgeslagen in het nummergeheu-
gen van de handset kunt u alleen bellen vanaf de handset.
Hetzelfde geldt voor telefoonnummers die zijn opgeslagen in het
nummergeheugen van het basisstation.
5.1
Nummergeheugen van handset
Telefoonnummers opslaan in handset
In de handset kunt u 10 telefoonnummers opslaan onder de
geheugenplaatsen 0 tot en met 9. De telefoonnummers mogen uit
maximaal 22 tekens bestaan, inclusief ?, / en eventuele kies-
toonpauzes en flashsignalen.
1
Pak de handset van het basisstation.
2
Druk op de handset op
>
Het groene controlelampje
3
Toets op de handset het gewenste telefoonnummer in. Als u
een verkeerd nummer intoetst, kunt u op
het programmeren af te breken.
4
Druk op
5
Toets op de handset het cijfer in van de gewenste geheugen-
plaats (0-9).
>
U hoort een lang toonsignaal. Het telefoonnummer is opge-
slagen.
Let op!
Als u een telefoonnummer opslaat op een geheugenplaats die al
in gebruik was, wordt het oude telefoonnummer overschreven.
Opgeslagen telefoonnummers van handset bellen
1
Pak de handset van het basisstation.
2
Druk op
3
Wacht op de kiestoon.
4
Druk op de handset op
5
Toets op de handset het cijfer in van de gewenste geheugen-
plaats (0-9).
PROG
.
VK
.
VK
.
knippert.
PROG
.
drukken om
27