Inhoudsopgave
Advertenties
Metacon-Next B.V.
Gebruikershandleiding
4 Gebruik instructies
4.1 Normaal gebruik (niet tijdens brandmelding/calamiteiten)
Voor en tijdens het bedienen van de deur moeten de volgende stappen in acht te worden
genomen;
Voordat de deur bedient mag worden dient u kennis genomen te hebben van de
veiligheidsvoorschriften uit hoofdstuk 3
Controleer of er niets of niemand rond, tegen of onder de deur bevind tijdens het
bedienen van de deur, begin niet of stop direct met het bedienen van de deur als dit
wel het geval is.
U bedient de deur door middel van het bedieningsorgaan, meestal drukknoppen of
een sleutelschakelaar. Tijdens het bedienen van de deur blijft u op voldoende afstand
maar binnen het zicht van het bewegende deel van de deur, 2-8 mtr.
Let op dat tijdens het bedienen van de deur, deze daadwerkelijk in de juiste richting
beweegt, wanneer dit niet het geval is, stop met bedienen en/of druk op de stopknop
en neem direct contact op met de leverancier.
Houd ten alle tijden zicht op de deur tijdens de beweging.
Zorg dat de deur volledig geopend wordt bij het openen en volledig gesloten is bij het
sluiten om de duurzaamheid te bevorderen.
Wanneer er tijdens het bedienen van de deur onregelmatigheden worden
geconstateerd, stop met bedienen en neem contact op met de leverancier. Mogelijk
ontstaat er een onveilige situatie, zet het gebied dan af zodat de doorgang niet
gebruikt kan worden, bijvoorbeeld bij een niet volledig geopende of gesloten deur.
De deur kan op verschillende manieren beveiligd zijn tegen beknelling van objecten en/of
personen.
LET OP: bij het vasthouden van het bedieningsorgaan zal de beveiliging worden overruled.
In het geval van dodemansbediening zal de deur onmiddellijk stoppen na het loslaten
van het bedieningsorgaan.
Wanneer er een onderloopbeveiliging aanwezig is, zal de deur automatisch weer
omhoog gaan na contact met een object en/of een persoon. Mogelijk kan een set
fotocellen aan de onderloopbeveiligingsfunctie zijn toegevoegd.
Wanneer een set lichtlijsten wordt geïnstalleerd, zal de deur niet sluiten wanneer de
sensor een object detecteert in het pad van deze beveiliging. Let hierbij op dat dit
alleen werkt in de lijn/gebied van de beveiligingssensor. Hier buiten wordt geen
object en/of persoon gedetecteerd.
Let op dat beveiligingen niet ontworpen zijn om de deur te bedienen!
Om de deur na een in werking getreden onderloopbeveiliging/lichtlijst weer in gebruik te
nemen dient u de objecten en / of personen uit het detectie gebied van de beveiligingen
weg te nemen.
RGS EW 60/90/120 (UNP CONSOLE)
12-08-2022
art. nr: 89030
Rev: 4
8
Advertenties
Inhoudsopgave
