nl De Bediening in essentie
Programma instellen
U kunt de afwascyclus op de vervui-
lingsgraad van het serviesgoed af-
stemmen door een geschikt pro-
gramma in te stellen.
Op de programmatoets drukken.
▶
→ "Programma's", Pagina 19
a Het programma is ingesteld en de
programmatoets knippert.
a De resterende programmalooptijd
verschijnt op het display.
Extra functie instellen
Als aanvulling op het gekozen afwas-
programma kunt u extra functies in-
stellen.
Opmerking: De beschikbare extra
functies zijn afhankelijk van het geko-
zen programma.
→ "Programma's", Pagina 19
Op de toets van de gewenste extra
▶
functie drukken.
→ "Extra functies", Pagina 21
a De extra functie is ingesteld en de
toets van de extra functie knippert.
Tijdinstelling maken
U kunt de programmastart maximaal
24 uur verschuiven.
indrukken.
1.
a Op het display verschijnt "h:01".
Met
de gewenste programmas-
2.
tart instellen.
indrukken.
3.
a De tijdinstelling is geactiveerd.
Tip: De tijdinstelling deactiveert u
door
net zo vaak in te drukken tot-
dat "h:00" op het display verschijnt.
34
Programma starten
Druk op
▶
a Het programma is afgelopen wan-
neer het display "0h:00m" aan-
geeft.
Opmerkingen
¡ Als u serviesgoed wilt toevoegen
terwijl het apparaat al werkt, mag u
het tablettenbakje niet als hand-
greep voor de bovenste servies-
korf gebruiken. Hierdoor kunt u
met de gedeeltelijk opgeloste tab
in aanraking komen.
¡ U kunt het lopende programma al-
leen veranderen door het program-
ma af te breken.
→ "Programma afbreken",
Pagina 35
¡ Om energie te besparen wordt het
apparaat 1 minuut na het program-
ma-einde automatisch uitgescha-
keld. Als u de deur direct na het
programma-einde opent, wordt het
apparaat na 4 seconden uitge-
schakeld.
Programma onderbreken
Opmerking: Als u bij een opge-
warmd apparaat de apparaatdeur
opent, kunt u de apparaatdeur het
beste eerst enkele minuten op een
kier laten staan en vervolgens sluiten.
Op deze wijze voorkomt u dat er een
overdruk in het apparaat optreedt en
de apparaatdeur openspringt.
Apparaatdeur voorzichtig openen.
1.
indrukken.
2.
a Het programma wordt opgeslagen
en het apparaat wordt uitgescha-
keld.
Op
drukken om het programma
3.
voort te zetten.
Apparaatdeur sluiten.
4.
.