nl Storingen verhelpen
Storing
Binnenzijden van het appa-
raat zijn nat na de afwascy-
clus.
Etensresten op het servies-
goed.
52
Oorzaak
Geen storing. Voor het con-
densatiedrogen zijn water-
druppels in de spoelmiddel-
houder het reservoir noodza-
kelijk en gewenst. Het vocht
in de lucht condenseert te-
gen de binnenwanden van
het apparaat, stroomt om-
laag en wordt weggepompt.
Serviesgoed is te dicht op el-
kaar ingeruimd of servies-
korf is te vol.
Sproeiarmen kunnen niet
ongehinderd ronddraaien.
Sproeiers van sproeiarmen
zijn verstopt.
De zeven zijn vervuild.
De zeven zijn onjuist aange-
bracht en/of niet vastgezet.
Te zwak afwasprogramma
gekozen.
Serviesgoed is te goed voor-
gereinigd. Het sensorsys-
teem kiest daarom voor een
zwak afwasprogramma.
Hardnekkig vuil kan gedeel-
telijk niet worden verwijderd.
Hoge, smalle stukken ser-
viesgoed worden in de hoe-
ken onvoldoende uitge-
spoeld.
Verhelpen van storingen
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Ruim het serviesgoed met voldoen-
1.
de tussenruimte in.
De sproeistralen moeten het opper-
vlak van het serviesgoed kunnen
bereiken.
Vermijd aanraakpunten.
2.
Ruim het serviesgoed zo in dat het
▶
serviesgoed de draaibeweging van
de sproeiarm niet hindert.
Reinig de "sproeiarmen"
▶
→ Pagina 47.
Reinig de zeven.
▶
→ "Zeven reinigen", Pagina 46
Breng de zeven goed aan.
1.
→ "Zeefsysteem", Pagina 46
Zet de zeven vast.
2.
Kies een krachtiger spoelprogram-
▶
ma.
→ "Programma's", Pagina 21
Pas de gevoeligheid van het sensor-
▶
systeem aan.
→ "Sensoren", Pagina 14
Verwijder alleen grove etensresten
▶
en spoel het serviesgoed niet voor.
Pas de gevoeligheid van het sensor-
▶
systeem aan.
→ "Sensoren", Pagina 14
Ruim hoge, smalle stukken servies-
▶
goed niet te schuin en niet in de
hoeken in.