6.7.1 Verbindingen op afstand
De apparatuur is zodanig ontworpen dat ze kan worden
verbonden met andere energiesystemen of energiemeters op
afstand (fotovoltaïsche en zonne-energiesystemen, nachttarief)
Ingangen
• Digitaal 1 (DIG1). Digitale ingang voor zonne-energie
(alleen voor modellen PCV3). In het geval van een zonne-
energiesysteem met een speciale regeleenheid kan deze laatste
worden aangesloten op de apparatuur om de warmtepomp te
deactiveren wanneer er zonne-energie wordt geproduceerd.
Met een spanningsvrij contact dat sluit wanneer het zonne-
energiesysteem actief is, kan het worden aangesloten op de
twee witte en bruine draden van de kabel met 6 kernen die bij
de apparatuur is geleverd.
Stel de parameter P16 = 1 in om de aanvulling met zonne-
energie te activeren.
• Digitaal 2 (DIG2). Digitale fotovoltaïsche ingang. In het geval
van een op de installatie aangesloten fotovoltaïsche installatie
kan deze worden gebruikt om in tijden van overproductie
energie af te nemen in de vorm van warm water. Als er een
spanningsvrij contact is, bijv. van de inverter, dat sluit bij
overproductie van energie, kan het worden aangesloten op
de twee groene en gele draden van de kabel met 6 kernen
die met de apparatuur is meegeleverd.
Stel de parameter P23 = 1 in om de aanvulling met
fotovoltaïsche energie te activeren.
• Digitaal 3 (DIG3). Ingang voor nachttarief. Deze functie, die
alleen in sommige landen beschikbaar is, maakt het mogelijk
de apparatuur alleen te activeren wanneer er een signaal
van buitenaf komt met een voorkeurtarief. Als de elektrische
schakelaar een spanningsvrij contact heeft dat sluit wanneer
het voorkeurtarief beschikbaar is, kan het worden aangesloten
op de twee grijze en roze draden van de kabel met 6 kernen
die bij de apparatuur is geleverd.
Stel de parameter P24 = 1 in om nachttarief in de ECO-modus
te activeren of P24 = 2 voor nachttarief in de AUTO-modus.
• Digitale ingang (LPSW) voor de debietschakelaar van de
circulatiepomp zonne-energie/warm tapwater (niet meegeleverd)
• Analoge ingang (PT1000) voor zonnecollectorsensor.
UITGANGEN
230 VAC - 16 A relaisuitgang met N.O.-contact voor
recirculatiepomp zonne-energie/warm tapwater (AAN/UIT-type).
230 VAC - 5 A relaisuitgang met N.O.-contact voor
zonnecollectorafsluiter/aftapkraan.
Alleen voor modellen PCV3
Pagina 20
Opmerking: Voor meer informatie over verbindingen op
afstand en de configuratie van de apparatuur met deze
systemen, zie de par. "7.5 Bedrijfsmodus" en "8.1.1 Lijst
van parameters van de apparatuur".
6.7.1.1 Verbinding op afstand
Voor de aansluiting op de digitale ingangen wordt het apparaat
geleverd met een extra kabel met 6 kernen die al is aangesloten
op de PCBA van de gebruikersinterface (die zich in het toestel
bevindt). De verbindingen met energiesystemen op afstand
zijn de verantwoordelijkheid van de gekwalificeerd installateur
(aansluitdozen, klemmen en verbindingskabels).
De volgende figuren geven een voorbeeld van een verbinding
op afstand (afb. 24 en afb. 25) die niet langer dan 3 m mag zijn.
afb. 24- Voorbeeld van een verbinding op afstand
Installatie-, gebruikers- en onderhoudshandleiding
1
2
3
4
5
6
afb. 25