Bij het booglassen komen dampen vrij die schadelijk kunnen zijn. Elke elektrische schok
kan dodelijk zijn.
Nader de lichtboog niet direct binnen een cirkel van 15 m.
Bescherm uzelf (en omstaande personen) tegen de eventuele gevaarlijke effecten van de
lichtboog.
Waarschuwing: afhankelijk van de netaansluiting kunnen binnen het elektrisch net
eventueel andere verbruikers gestoord worden. In geval van twijfel moet het
elektriciteitsbedrijf worden geraadpleegd.
6.1
Voorzorgsmaatregelen.
Laat werkzaamheden aan de netspanningszijde. bijv. aan kabels, stekkers, stopcontacten
enz. alleen door een vakman uitvoeren, dat geldt in het bijzonder voor het aanmaken van
verlengkabels.
Bij ongevallen de lasstroombron onmiddellijk van het net loskoppelen.
Inden er elektrische contactspanningen optreden, het toestel onmiddellijk uitschakelen en
door een vakman laten controleren.
Aan de lasstroomzijde altijd voor goede elektrische contacten zorgen.
Tijdens het lassen altijd aan beide handen isolerende handschoenen dragen. Deze
beschermen tegen elektrische schokken (nullastspanning van de lasstroomkring), tegen
schadelijke straling (hitte en UV-straling) en tegen gloeiend metaal en slakkenspatten.
Draag stevige, isolerende schoenen (ook in natte omstandigheden) neervallende
gloeiende metaaldruppels kunnen brandwonden veroorzaken.
Trek geschikte kleding aan. Draag geen synthetische kledingstukken.
Kijk nooit met onbeschermde ogen in de lichtboog ! (Alleen met een lasbril met
voorgeschreven veiligheidsglas. De lichtboog geeft behalve licht- en warmtestralen, die
verblinding respectievelijk verbranding veroorzaken, ook UV-stralen af. Deze onzichtbare
ultraviolette straling veroorzaakt bij onvoldoende bescherming een uiterst pijnlijke
bindvliesontsteking die pas enkele uren later wordt gevoeld. Bovenden heeft de UV-
straling op onbeschermde lichaamsdelen schadelijke zonnebrandeffecten tot gevolg).
Bovenstaand geld ook voor omstaanders of helpers die zich in de buurt van de lichtboog
bevinden.
Bij het lassen moet, en vooral in kleine ruimtes, voor voldoende toevoer van verse lucht
worden gezorgd, daar rook en schadelijke gassen ontstaan.
Aan vaten waarin gassen, brandstoffen, minerale dien of dergelijke worden bewaard,
mogen - ook als ze al lange tijd leeg zijn - geen las werkzaamheden worden uitgevoerd,
daar mogelijke resten voor explosiegevaar zorgen.
In ruimtes met brand en/of explosiegevaar gelden bijzondere voorschriften.
Lasverbindingen die aan grote belastingen worden blootgesteld en of aan speciale
veiligheidsvereisten moeten voldoen, mogen uitsluitend door speciaal opgeleidde
gediplomeerde lassers worden uitgevoerd.
Opmerkingen : verbind de aardgeleider altijd aan een correcte aarding. Doet U dit niet dan
kan dit ernstige schade veroorzaken aan de aarding of aan het toestel zelf (De hoge
lasstroom kan ertoe leiden dat de aardgeleider doorsmelt !)
Stopcontacten moeten met de juiste automatische zekeringen beveiligd worden.
(standaard geaarde stopcontacten zijn normaal afgezekerd met 16A zekeringen). Een
hogere/te sterke zekering kan brand in de leidingen veroorzaken en brand in het gebouw
tot gevolg hebben.
6.2
Enge en vochtige ruimtes
Bij werkzaamheden in enge, vochtige of hete ruimtes moet gebruik worden gemaakt van
isolerende onderlagen en tussenlagen, kaphandschoenen van leer of een ander slecht
geleidend materiaal, om het lichaam te isoleren ten opzichte van vloeren, muren, geleidende
apparaatonderdelen en dergelijke. In extreme omstandigheden mag de uitgangsspanning
zelfs niet meer dan 48V bedragen.
Copyright © 2014 VARO
POW462
P a g e
| 6
NL
www.varo.com