HOOFDSTEUN EN SCHOUDERBAND IN HOOGTE VERSTELBAAR (afb. 4)
Let op! De hoogte van de schoudergordels is geïntegreerd in de hoogte van de hoofdsteun.
Groep 0, 0+ en I
Om de hoogte van de gordels en dus van de hoofdsteun te veranderen: maak de schoudergordels zoveel mogelijk los en pak dan de hoogte
verstelhendel van de hoofdsteun (M) vast. Selecteer de gewenste hoogte en laat vervolgens de hendel los. Probeer de hoofdsteun te
verplaatsen om te controleren of deze op de juiste hoogte is vastgeklemd.
Groep II en III
Schuif de gordels van de bovenste gordelverbinding (T), die zich het opbergvakje van de handleiding (U) bevindt. Trek de veiligheidsgordels
van voren uit, leg de uitstekende gordeluiteinden in de beschermende kussens, zodat ze niet in de weg zitten. U kunt nu het opbergvakje sluiten
en de hoofdsteun optillen.
De gordelverbinding moet voor toekomstig gebruik op een veilige plaats worden bewaard.
De hoofdsteun moet zo worden geplaatst dat de schoudergordels op schouderhoogte staan. De gordels mogen niet te hoog liggen (op de lijn
van de oren of zelfs hoger) of te laag (bijv. achter de rug van het kind).
Zie: afb. 5.
A – te laag
B – te hoog
C – ideale schoudergordelhoogte
AANPASSING VAN DE SPANNING VAN DE VEILIGHEIDSGORDEL
1.
Om de gordel aan te trekken, trek aan de spanningsregelaar (J) (afb. 6).
2.
Om de gordels los te maken, druk op de spanningsregelaar knop (I) en trek aan de schoudergordels (afb. 7).
LET OP!
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels goed tegen het lichaam van het kind passen en dat ze niet gedraaid zijn. Zorg ervoor dat
de heupgordels laag zijn en bescherm de bekken van uw kind. De gordels moeten strak tegen het lichaam van uw kind zitten, maar
mogen niet te strak zitten en ongemak veroorzaken.
REDUCTIE INLEGSTUK
Als uw kind meer ruimte in het kinderstoeltje nodig heeft, haal dan het inlegstuk eruit (afb. 22). Het wordt aanbevolen om dit inlegstuk
te gebruiken tot uw kind ongeveer 1 jaar oud is.
VERWIJDERING VAN DE BEKLEDING
1.
De 5-puntsgordels van het stoeltje verwijderen (zie VERWIJDERING VAN VEILIGHEIDSGORDEL).
2.
Verwijder de bekleding van de basis, de rugleuning en vervolgens de hoofdsteun door de rubberen clips te verschuiven en te
verwijderen.
Om de bekleding opnieuw aan te brengen, herhaalt u de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde.
LET OP:
Gebruik het stoeltje nooit zonder de bekleding.
ROTATIE VAN HET STOELTJE
Trek aan de draaiknop (L) en draai het stoeltje (zie afb. 8).
Let op! Controleer na elke verandering of het stoeltje correct is vergrendeld in de gewenste positie en niet automatisch draait.
Het stoeltje moet tijdens het rijden voorwaarts of achterwaarts gericht zijn. De 'zijwaartse' positie is alleen bedoeld voor het plaatsen
en verwijderen van het kind in stilstaande toestand.
KANTELEN VAN HET STOELTJE
Groep 0, 0+, I
Positie 5 – liggend
Achterwaarts
gericht naar de
rijrichting
Groep I
Positie 5 – liggend