Storing
Waswater wordt niet wegge-
pompt.
Er stroom geen water in het
apparaat. Het wasmiddel
werd niet ingespoeld.
Meermaals beginnen met
centrifugeren.
De programmaduur wijzigt
tijdens de wascyclus.
Oorzaak
– –– is geactiveerd.
Waterafvoerslang is te hoog
aangesloten.
Start / Bijvullen
niet ingedrukt.
Zeef in de watertoevoer is
verstopt.
Waterkraan is gesloten.
Watertoevoerslang is ge-
knikt of ingeklemd.
Het onbalanscontrolesys-
teem heft de onbalans op
door het wasgoed meer-
maals te verdelen.
Het programmaverloop
wordt elektronisch geopti-
maliseerd. Dat kan leiden tot
wijzigingen in de program-
maduur.
Het onbalanscontrolesys-
teem heft de onbalans op
door het wasgoed meer-
maals te verdelen.
Schuimcontrolesysteem
voert bij te hoge schuimvor-
ming een extra spoelbeurt
toe.
Verhelpen van storingen
Hervat het programma door Centri-
▶
fugeren of Afpompen te kiezen
en op Start / Bijvullen
ken.
→ "Programma bij spoelstop her-
vatten", Pagina 35
Monteer de waterafvoerslang op
▶
maximaal 1 meter hoogte.
→ "Technische gegevens",
Pagina 56
werd
Druk op Start / Bijvullen
▶
"Reinig de zeef in de watertoevoer"
▶
→ Pagina 42.
Open de waterkraan.
▶
Zorg ervoor dat de watertoe-
▶
voerslang niet is geknikt of inge-
klemd.
Geen fout - geen handeling noodza-
▶
kelijk.
Aanwijzing Leg bij het beladen zo mo-
gelijk grote en kleine stukken wasgoed
samen in de trommel. Wasgoed met
verschillende grootte verdeelt zich be-
ter bij het centrifugeren.
Geen fout - geen handeling noodza-
▶
kelijk.
Geen fout - geen handeling noodza-
▶
kelijk.
Aanwijzing Leg bij het beladen zo mo-
gelijk grote en kleine stukken wasgoed
samen in de trommel. Wasgoed met
verschillende grootte verdeelt zich be-
ter bij het centrifugeren.
Geen fout - geen handeling noodza-
▶
kelijk.
Storingen verhelpen nl
te druk-
.
47