2 Bediening van het BSX-E systeem
Een brandmeldsysteem is in brandalarmstatus wanneer de BSX-E centrale /
nevenbediendelen een brandalarm meld van een conventionele melder die aangesloten zit
op een conventionele detectielijn.
In een bewaakte ruimte is door het brandmeldsysteem een verschijnsel van brand —rook,
temperatuur, vlammen— gedetecteerd wat het brandmeld-niveau overschrijd. Ook het
indrukken van het glaasje van een handbrandmelder resulteert in een brandmelding. De
gebruiker kan gepaste maatregelen nemen om mens, dier en inventaris in veiligheid te
brengen en er kan snel begonnen worden met het bestrijden van de brand.
In brandalarmstatus zal op de BSX-E centrale / nevenbediendelen;
•
•
•
•
Als de brand doormelding naar de meldkamer geactiveerd word zal de led indicator
Doormelding Geactiveerd
oplichten.
Indien de BSX-E centrale / nevenbediendelen op geblokkeerd voor bediening staat kan
met de Zoemer Uit toets
led indicator Zoemer Uit
Staat de BSX-E centrale / nevenbediendelen op gereed voor bediening dan en wordt de
Accepteren
Zoemer Uit toets
brandmelding
afgesteld en de melding worden geaccepteerd. De led indicator Zoemer Uit
9) zal continue oplichten.
Indien de brandmelding —d.m.v. de Zoemer Uit toets
wordt binnen de acceptatietijd, zal vanaf het accepteren van de brandmelding de
verkenningstijd gestart worden —indien de vertraging actief staat. Vertraagde
doormelding / sturingen worden pas geactiveerd na afloop van de verkenningstijd. Indien
de vertraging actief is zal de led indicator Vertraging
Meer informatie over het accepteren van meldingen en het activeren van de vertraging,
etc.— vind u in de paragraaf "Vertraging Aan / Uit / Overbruggen Toets", op pagina 21.
Zodra de Signaalgever Uit/Aan toets
signaalgevers worden afgesteld en zal de led indicator Brand
en één of meerdere meldergroep brand indicator(en)
Indien de melding een onechte of ongewenste brandmelding betreft dan kan pas nadat een
brandalarm geaccepteerd is, na de signaalgevers afgesteld zijn (led indicator brand licht
continue op) en na het verhelpen van de oorzaak, ge-reset worden. Bijvoorbeeld bij
aanwezige rook, de ruimte verluchten.
Om het brandalarm te resetten dient de Reset toets
De led indicator Brand
pagina 9) en (indien geactiveerd) de led indicator Doormelding Geactiveerd
9) zullen uit gaan.
Voordat de Signaalgevers Uit/Aan toets en / of de Reset toets bediend kunnen worden
dient de sleutelschakelaar op gereed voor bediening gezet te worden
Gebruikershandleiding BSX-E Centrale & BSX-E Nevenbediendeel
14
Brandalarm Status
de zoemer geactiveerd worden,
de led indicator Brand
één of meerdere Meldergroep Brand indicator(en)
en de indicator In Bedrijf
(3
op pagina 9) op de BSX-E centrale / nevenbediendelen
(5
op pagina 10) de zoemer van de centrale worden afgesteld. De
(16
op pagina 9) zal continue oplichten.
(5
op pagina 10) bediend dan zal de zoemer van de centrale worden
(2
op pagina 9), de meldergroep brand indicator(en)
(2
op pagina 9) knipperen,
(1
op pagina 9) continue oplichten.
(17
(3
op pagina 10) wordt bediend zullen de
(21
(4
(21
op pagina 9) knipperen,
(16
(5
op pagina 10)— geaccepteerd
op pagina 9) oplichten.
(2
op pagina 9) knipperen,
op pagina 9) continue oplichten.
op pagina 10) ingedrukt te worden.
(3
BGB006.07
op pagina
(21
op
op pagina