De GPS 72H gebruiken
Een tracklog instellen:
1. Druk tweemaal op
Tracks.
2. Selecteer
MENU
instellen.
•
Overschrijven zodra—de oudste
gegevens in het tracklogboek
worden vervangen door nieuwe
gegevens.
•
Opnamemethode—selecteer
een opnamemethode voor
tracks Selecteer Afstand,
of Auto. Als de opnamemethode
is ingesteld op Tijd of Afstand,
geeft u het specifieke tijds- of
afstandsinterval op. Selecteer
Auto
om de tracks met variabele
resolutie op te slaan, zodat u een
optimaal beeld verkrijgt van uw
tracks.
•
Interval—selecteer een
opnamesnelheid voor het
tracklog. Bij een frequentere
opslag van punten ontstaat er een
gedetailleerdere track, maar raakt
het tracklog ook sneller vol.
0
MENU
> selecteer
>
Tracklog
Tijd
De gehele tracklog opslaan:
1. Druk tweemaal op
Tracks.
2. Selecteer
Opslaan
Een gedeelte van de tracklog
opslaan:
1. Druk tweemaal op
Tracks.
2. Selecteer Opslaan.
3. Selecteer in de lijst het gedeelte van
het tracklogboek dat u wilt opslaan.
4. Selecteer OK.
Een track op de kaart weergeven:
1. Druk tweemaal op
Tracks.
2. Selecteer de track die u wilt
weergeven.
3. Selecteer Kaart.
GPS 72H Gebruikershandleiding
MENU
> selecteer
>
Gehele
log.
MENU
> selecteer
MENU
> selecteer