Basisfuncties
•
: een meetmethode selecteren. Hiermee wordt bepaald hoe de lichtwaarden worden berekend.
Centrumgerichte meting gebruikt het licht in het middelste gedeelte van de opname om de
belichting van de opname te berekenen.
gebied in het midden van de opname om de belichting van de opname te berekenen.
stelt de volledige scène in op gemiddeld.
•
: in de stand VOEDSEL scherpstellen op een onderwerp binnen het ronde frame en het beeld buiten
het frame wazig maken.
•
: in de stand VOEDSEL de kleurtint aanpassen.
De beschikbare opties kunnen verschillen, afhankelijk van het model of de fotostand.
Fotostand
De camera past de opnameopties automatisch aan op basis van de omgeving om eenvoudig foto's te maken.
Tik op FOTO in de lijst met fotostanden en tik op
Selfies maken
U kunt selfies maken met de camera aan de voorzijde.
1
Veeg in het voorbeeldscherm omhoog of omlaag of tik op
schakelen voor selfies.
2
Kijk naar de cameralens aan de voorzijde.
Als u selfies wilt maken met een groothoekopname van het landschap of personen, tikt u op
3
Tik op
om een foto te maken.
Spotmeting gebruikt het licht op een geconcentreerd
om een foto te maken.
om naar de camera aan de voorzijde te
29
Matrixmeting
.