7 Voor het eerste gebruik
Stel de opties voor het eerste gebruik in. Reinig het ap-
paraat en de accessoires.
7.1 Functie instellen
Uw apparaat is standaard op circulatiefunctie ingesteld.
Voor het gebruik in de circulatiefunctie moet u de func-
tie instellen.
Opmerking: Voor het gebruik in de circulatiefunctie
hebt u bijkomend toebehoren nodig.
Vereiste: Het apparaat is uitgeschakeld.
en
ca. 3 seconden ingedrukt houden.
1.
Om de circulatiefunctie (niet regenereerbare fil-
‒
ter) in te stellen,
indicatie de led 2 brandt.
8 De Bediening in essentie
8.1 Apparaat inschakelen
Vereiste: De afstandsbediening zo precies mogelijk op
de infrardoodontvanger van de led-indicatie richten.
Het apparaat met
▶
a Het apparaat start in ventilatorstand 2.
a In de led-indicatie brandt de led van de ingestelde
ventilatorstand.
8.2 Machine uitschakelen
Als u het apparaat niet gebruikt, schakel het dan uit.
Het apparaat met
▶
a Het apparaat gaat uit. Lopende functies worden af-
gebroken.
8.3 Ventilatorstand instellen
of
indrukken.
▶
a In de led-indicatie brandt de led van de ingestelde
ventilatorstand.
8.4 Intensiefstand inschakelen
Als zich een bijzonder sterke geur of damp ontwikkelt,
kunt u de intensiefstand gebruiken.
zo vaak indrukken tot in de led-indicatie de led 4
1.
voor de intensiefstand 1 brandt.
zo vaak indrukken tot in de led-indicatie de led 5
2.
voor de intensiefstand 2 brandt.
a Het apparaat schakelt na ca. 6 minuten automatisch
in de ventilatorstand 3.
8.5 Intensiefstand uitschakelen
Om een willekeurige ventilatorstand in te stellen,
▶
indrukken.
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
/ indrukken tot op de led-
inschakelen.
uitschakelen.
Om de circulatiefunctie (regenereerbare filter) in
‒
te stellen,
de led 3 brandt.
Om de elektronische besturing opnieuw op be-
‒
drijf zonder circulatiefilter om te stellen, / in-
drukken tot in de led-indicatie de led 1 brandt.
Om de instelling op te slaan
2.
den ingedrukt houden.
Of ca. 10 seconden wachten tot de instelling auto-
matisch wordt opgeslagen.
Om de instelling af te breken, indrukken.
a Er weerklinkt een geluidssignaal zodra de gekozen
instelling opgeslagen is.
8.6 Ventilatornaloop inschakelen
indrukken.
▶
a In de led-indicatie brandt de led 1 voor de ventilator-
stand. De led 6 knippert voor de ventilatornaloop.
a Het apparaat wordt na ca. 10 minuten automatisch
uitgeschakeld.
8.7 Ventilatornaloop uitschakelen
indrukken.
▶
a De ventilatornaloop wordt beëindigd.
a Het apparaat schakelt in de eerder gekozen ventila-
torstand.
8.8 Automatische modus
De optimale ventilatorstand wordt met behulp van een
sensor automatisch ingesteld.
indrukken.
▶
a In de led-indicatie brandt de led 6 voor de automati-
sche stand.
8.9 Automatische stand
indrukken.
▶
a Het apparaat schakelt terug naar de eerder ingestel-
de ventilatiestand.
a De ventilatie wordt automatisch beëindigd als de
sensor geen verandering van de luchtkwaliteit in de
ruimte vaststelt.
a De automatische stand loopt maximaal 4 uur.
8.10 Intervalventilatie
Bij de intervalventilatie schakelt de ventilatie in de ge-
kozen stand gedurende de gekozen tijd in en uit.
Opmerking: Deze functie is alleen via een mobiel eind-
apparaat met de Home Connect app beschikbaar.
Voor het eerste gebruik nl
/ indrukken tot op de led-indicatie
en
ca. 3 secon-
1
inschakelen
1
uitschakelen
9