GEBRUIKERSHANDLEIDING
Schaarhefbruggen
Controleer of de hefbrug in zijn onderste
stand geparkeerd staat. Rij voorzichtig
het voertuig op de hefbrug. Parkeer het
voertuig in het midden van het platform.
Opnamepunten
Plaats de opnamerubbers onder de
krikopnamepunten van het voertuig
conform opgave autofabrikant.
Stijgen
Zet de hoofdschakelaar (B) in de "1"
positie en druk op de stijgknop (C) tot
de gewenste hoogte is bereikt. Laat de
stijgknop los.
Dalen
Druk de daalknop (D) in. De hefbrug zal
hierna dalen tot ongeveer 400 mm
boven
de
grond.
Kijk
veiligheidsruimte onder en rondom de
lift vrij is van personen of obstakels.
Laat de daalknop los en druk deze
opnieuw in. De zoemer zal klinken en
de hefbrug zal dalen tot de laagste
stand.
•
NOODDALEN (Fig.15)
In geval van een stroomstoring is het
mogelijk om de hefbrug te laten dalen
op de volgende wijze:
1.
Zet de hoofdschakelaar in de "0"
positie.
2.
Open de bedieningskast.
3.
Draai de knoppen A en B van de
veiligheidsventielen los.
4.
Draai de knop van daalventiel C
los, haal de rode spoel eraf en
Industrieterrein IJsselveld, Vlasakker 11, 3417 XT, MONTFOORT, The Netherlands
ASB3004
ASB3004HS
draai de knop er weer op. Draai en
laat de hefbrug dalen.
5.
Wanneer de hefbrug in de laagste
stand is aangekomen, monteer
alles
volgorde.
of
de
AUTEC Hefbruggen bv
Tel: +31 348 477000 Fax: +31 348 475104 E-mail:
weer
in
omgekeerde
Fig.15
info@autec.nl
- 6 -
UITGAVE 01-02-2013
nl-TA-ASB3004