• De lucht uit de droger mag niet worden afgevoerd via ontluchtingskanalen,
die gebruikt worden voor afvoer van gas- of andere apparaten met brandstof
(dit geldt alleen voor drogers met luchtafvoer).
• Droog geen ongewassen kleding in de droger.
• Wasgoed met vlekken van olie, alcohol en olieproducten,
vlekkenverwijderingsmiddelen, terpentijn, was en wasverwijderingsmiddelen
moeten voor het drogen in de droger eerst gewassen worden in de
wasmachine met heet water en een wasmiddel.
• Stukken wasgoed met latex, rubber delen, douchekappen, badmutsen en
wasgoed overtrokken met schuimrubber mogen niet in de droger worden
gedroogd.
• Wasverzachters voor wasgoed en soortgelijke producten moeten worden
gebruikt in overeenstemming met de aanwijzingen van de fabrikant.
• De droger mag niet worden geplaatst achter deuren die gesloten
kunnen worden, achter schuifdeuren of deuren met scharnieren aan de
tegenovergestelde kant van de deur van de droger. Plaats de droger zodanig
in de ruimte dat de deur gemakkelijk kan worden geopend.
• De ontluchtingsopening moet altijd vrij blijven.
• Plaats de droger niet op een langharig tapijt, dit kan de luchtcirculatie
belemmeren.
• De lucht rondom de machine mag geen stofdeeltjes bevatten.
• Vezels mogen zich niet ophopen rond de machine.
•
Uit de zakken dienen alle voorwerpen zoals aanstekers en lucifers te
worden verwijderd.
• Zet na de plaatsing de machine nog niet aan, maar laat hem 24 uur rusten.
Als tijdens het transport of servicebeurt de machine op zijn kant moet
worden gelegd, leg hem dan op de linkerkant van voren gezien, dit geldt
alleen voor drogers met een warmtepomp.
• De droger mag niet direct tegen een wand of naburige elementen worden
geplaatst.
• Als de droger aangesloten wordt op een afvoersysteem dat ook bestemd
is voor een ander apparaat moet verplicht een terugslagklep worden
gemonteerd. De terugstroom van de droger zou de andere machine kunnen
beschadigen, wat voorkomen wordt door de terugslagklep. Dit geldt alleen
voor condensdrogers met droger met een warmtepomp.
• De vlotter schakelt de machine uit in het geval van verstopping van de slang
voor de afvoer van condenswater of als het gevaar bestaat van overloop
van condenswater uit het condenswater reservoir. Dit geldt alleen voor
condensdrogers met droger met een warmtepomp.
4