–
V.w.b. de met
gekenmerkte gasmeter moet
bij de installatie in een omgeving met ontplof-
fingsgevaar ook rekening met de potentiaalver-
effening gehouden worden, bv. door aansluiting
op een geaarde leiding. De inbouw moet con-
form EN 60079-14 worden uitgevoerd.
–
De met
gekenmerkte gasmeter moet tegen
vallende delen worden beschermd.
–
Spanningen op en schade aan het apparaat
vermijden! Gasmeters moeten spanningsvrij,
bij voorkeur alleen aan de aansluitstompen
hangend, ingebouwd worden. Bij gebruik van
extra houders moet gegarandeerd worden, dat
daardoor geen zijwaartse krachten op de gas-
meter inwerken. Deze kunnen bv. door flexibele
of meegevende aansluitleidingen voorkomen
worden.
▷ Bij een beschadigde of verwijderde verzegeling is
de gasmeter niet meer toegelaten voor metingen,
die aan wettelijke controle onderworpen zijn.
▷ Indien de gasmeter buiten bewaard of inge-
bouwd wordt, de standplaats tegen regen be-
schermen. Condenserend vocht mag optreden.
▷ Meters, die met H3 gekenmerkt zijn, zijn geschikt
voor de inbouw in onbeschermde buitenruimtes.
Beschermkappen verwijderen.
▷ Inbouwpositie verticaal: aansluitflenzen naar
boven gericht.
▷ Op de doorstroomrichting (pijl) letten.
▷ De gasmeter mag niet met de muur of andere
delen in aanraking komen.
▷ Op voldoende vrije ruimte voor de montage letten.
▷ Voor vrij zicht op het telwerk zorgen.
▷ De afdichtingsvlakken bij de wartels moeten
schoon en vrij van beschadigingen zijn.
▷ Let erop dat de afdichting correct zit.
Meters met een enkele buisaansluiting:
▷ De afdichting moet over de binnendiameter ge-
centreerd zijn.
▷ Bij gebruik van een elastomeerafdichting altijd
een drukring (vorm A) gebruiken.
▷ Let op de inbouwpositie van de drukring. Bin-
nenkant van de flensrand wijst naar boven.
▷ Beschadigde drukringen bij het verwisselen van
de meter vervangen.
Meters met enkele en dubbele buisaansluiting:
▷ Voor het aandrukken van de afdichtingen en
het daaruit resulterende aanhaalkoppel voor de
wartels, de gegevens van de fabrikant van de
afdichtingen in acht nemen.
Aanhaalkoppels voor de aanbevolen platte
afdichtingen in combinatie met schroefverbin-
dingen volgens DIN 3376-1 en 3376-2, zie
www.docuthek.com → Elster-Instromet → Pro-
ducts →Gas measuring devices → Diaphragm
meters → Ergänzung für Betriebsanleitung BK,
Verschraubungen und Anzugsmomente für
BK-G1,6 bis BK-G25 (aanvulling voor de be-
dieningshandleiding BK, schroefverbindingen en
aanhaalkoppels voor BK-G1,6 tot BK-G25) (D).
Gasmeter spanningsvrij inbouwen.
▷ Wordt een impulsopnemer IN-Z6x voor de
impulsafname op de met
te gasmeter gebruikt – zie gegevensblad
voor de impulsopnemer IN-Z6x (D, GB) →
www.docuthek.com → Elster-Instromet → Pro-
ducts → Gas measuring devices → Diaphragm
meters → Pulse transmitter IN-Z61 en de norm
EN 60079-14 (explosieve atmosfeer).
Temperatuurmeetpunt
▷ Voor de meting van de gastemperatuur in het me-
terhuis kunnen temperatuuropnemers in de tem-
peratuuropnemer houders worden aangebracht.
1
De temperatuuropnemers met de kruisgat-
schroeven vastzetten.
NL-5
gekenmerk-
2