4 Telefoonge-
sprekken voeren
Opmerking
•
Tijdens een stroomstoring kunt u met de telefoon geen
alarmnummers bellen.
Tip
•
Controleer de signaalsterkte voordat u gaat bellen
of terwijl u een telefoongesprek voert. (zie 'De
signaalsterkte controleren' op pagina 11)
Bellen
U kunt op de volgende manieren bellen:
•
Direct kiezen
•
Nummer vooraf kiezen
•
Het laatste nummer herhalen
•
Kiezen vanuit de herhaallijst
•
Kiezen vanuit het telefoonboek
•
Kiezen vanuit de bellijst
Direct kiezen
1
Druk op
of
2
Kies het telefoonnummer.
» Het nummer wordt gebeld.
» De duur van het huidige gesprek
wordt weergegeven.
Nummer vooraf kiezen
1
Toets het telefoonnummer in.
•
Als u een cijfer wilt wissen, drukt u op
REDIAL/C.
•
Als u een pauze wilt inlassen, houdt u
ingedrukt.
2
Druk op
of
bellen.
NL
12
.
om het nummer te
Het laatste nummer herhalen
1
Druk op REDIAL/C.
» De herhaallijst wordt weergegeven
en het meest recente nummer wordt
gemarkeerd.
2
Druk op
of
bellen.
Kiezen vanuit de herhaallijst
U kunt een nummer kiezen vanuit de herhaallijst
(zie 'Een nummer herhalen' op pagina 20).
Kiezen vanuit het telefoonboek
U kunt een nummer kiezen vanuit het
telefoonboek (zie 'Kiezen vanuit het
telefoonboek' op pagina 16).
Kiezen vanuit de bellijst
U kunt een nummer terugbellen vanuit de
bellijst met inkomende of gemiste gesprekken
(zie 'Terugbellen' op pagina 19).
Opmerking
•
De gesprekstimer geeft de gesprekstijd weer van het
huidige gesprek.
Opmerking
•
Als u waarschuwingstonen hoort, is de batterij van de
handset bijna leeg of is de handset buiten bereik. Laad
de batterij op of beweeg de handset in de richting van
het basisstation.
Een gesprek beëindigen
U kunt een gesprek op de volgende manieren
beëindigen:
•
Druk op
•
Plaats de handset op het basisstation
of laadstation.
om het nummer te
, of: