4
Selecteer een album of track met M/m en
druk op ENTER.
Na keuze van een album, selecteer een
track in dat album met M/m en druk op
N of ENTER.
Voor het weergeven van een geheel
album, selecteer het album en druk op
N.
Beschikbare OPTIONS
1
Druk op OPTIONS.
Het optiemenu wordt afgebeeld.
2
Selecteer een onderdeel met de toetsten
M/m en druk op ENTER.
De beschikbare onderdelen kunnen,
afhankelijk van de toestand, verschillen.
Onderdelen
Type
hoofdtelefoons
Weergeven
Weerg. v/a
begin
Stoppen
Details
Selecteert het type
hoofdtelefoon
(bladzijde 46).
Hiermee wordt de
geselecteerde track
weergegeven.
Hiermee wordt de
huidige track vanaf het
begin weergegeven
(alleen muziek-CD's).
Hiermee wordt de
weergave van de track
gestopt.
Andere functies voor muziekweergave
Toetsen
Bedieningen
N
Hiermee wordt de weergave
gestart of herstart. De
weergave begint weer vanaf
het punt, waarbij op de toets
x is gedrukt (behalve bij
MP3-audiotracks).
x
Hiermee wordt de weergave
gestopt.
X
Hiermee wordt de weergave
onderbroken.
./>
Hiermee wordt het begin van
de huidige of volgende track
geselecteerd. Druk twee keer
op de toets . om naar de
vorige track te gaan.
m/M
Hiermee wordt, tijdens het
weergeven, de disc
achteruit/vooruit gespoeld.
TIME
Hiermee wordt de
informatie gewisseld met
betrekking tot de
weergaveduur tussen
beeldscherm en display op
het voorpaneel
(bladzijde 14).
AUDIO
Hiermee worden stereo of
mono tracks geselecteerd
(behalve bij MP3-
audiotracks).
SURROUND
Schakelt de surroundfunctie
van de hoofdtelefoon in of
uit (bladzijde 46).
PHONE
Stelt het volumeniveau van
LEVEL +/–
de hoofdtelefoon in wanneer
de hoofdtelefoon is
aangesloten en een disc
wordt weergegeven
(bladzijde 46).
47
,Wordt vervolgd