4
Gebruik de laadplaat alleen met de meegeleverde voedingseenheid.
Inschakelen
1
Sluit één uiteinde van de laadkabel aan op de voedingseenheid.
2
Steek de voedingseenheid in het stopcontact.
3
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de laadplaat.
U kunt de plaat op het stopcontact aangesloten houden, zelfs wanneer uw telefoon
niet wordt opgeladen. De plaat gebruikt nauwelijks stroom wanneer deze niet aan het
opladen is.
Uitschakelen
Koppel de voedingseenheid los van de plaat en haal deze vervolgens uit het
stopcontact.
Uw apparaat opladen
1
Zorg ervoor dat er niets op de laadplaat ligt.
2
Plaats uw telefoon of ander compatibel apparaat op de laadplaat. Als het witte
indicatielampje uitgaat, is de batterij volledig opgeladen.