Media
Gebruik een van de volgende methoden:
• G ebruik de volumetoets om in of uit te zoomen.
• S preid twee vingers op het scherm om in te zoomen en knijp samen om uit te zoomen.
• D e zoomfunctie is mogelijk niet beschikbaar wanneer u opneemt met de hoogste
resolutie.
• H et in-/uitzoomeffect is beschikbaar wanneer u de zoomfunctie gebruikt tijdens het
maken van video's.
Instellingen configureren voor de camera
Tik op
om instellingen te configureren voor de camera. Niet alle onderstaande opties zijn
beschikbaar in de fotomodus en de videomodus. Beschikbare opties kunnen verschillen afhankelijk
van de geselecteerde stand.
• S neltoetsen wijzigen: sneltoetsen naar veelgebruikte opties wijzigen.
• C ontinu-opname: een serie foto's maken van bewegende onderwerpen.
• V olumetoets gebruiken als: instellen om de volumetoets te gebruiken om de sluiter- of
zoomfunctie te bedienen.
• Z elfportret: een foto van uzelf maken.
• Z elfopname: een video van uzelf maken.
• F litser: de flitser in- of uitschakelen.
• F otostand: de opnamestand wijzigen.
• V ideostand: de opnamestand wijzigen.
• E ffecten: een van de vele foto-effecten selecteren die beschikbaar zijn.
• S cènemodus: de scènestand wijzigen.
• B elichtingswaarde: hiermee wordt bepaald hoeveel licht de sensor van de camera ontvangt.
Voor omstandigheden met weinig licht, moet u een hogere belichting gebruiken.
• F ocus: een scherpstelmodus selecteren. Autofocus wordt door de camera bediend. Macro is
voor onderwerpen die zeer dichtbij zijn.
• T imer: gebruik deze optie voor opnamen met vertraging.
• R esolutie: selecteer een resolutie. Gebruik een hogere resolutie voor hogere kwaliteit. Maar
hiervoor wordt meer geheugen gebruikt.
82