5.4. Wielbesturing
WAARSCHUWING
Als de wielbesturing actief is, mag de snelheid niet
hoger zijn dan 20 km/u.
Druk op de activeringsschakelaar om wielbesturing te activeren.
Wielbesturing wordt vervolgens bediend met de roller die daarvoor
tijdens installatie geconfigureerd is.
5.5. Rupsbandbesturing
Druk op de activeringsschakelaar om de rupsbandbesturing te
activeren.
De rupsbanden worden vervolgens bediend met de twee rollers die
tijdens de installatie daarvoor zijn geconfigureerd.
5.6. Van gebruiker wisselen
Met de knop SW7 kun je wisselen van User 1 naar Shear.
1. Houd knop SW7 minstens 3 seconden ingedrukt totdat de
cabinemodule piept.
2. Wanneer het signaal ophoudt, is het wisselen van gebruiker
uitgevoerd.
41
5 Bediening
SW7