6
Faxen
Vóór het faxen
Storing op de telefoonlijn/
VoIP
Als u problemen hebt met het verzenden of
ontvangen van een fax door een mogelijke
storing op de telefoonlijn, of als u een VoIP-
systeem gebruikt, raden we u aan de
modemsnelheid te wijzigen om faxstoringen
tot een minimum te beperken.
1
Druk op
[Instell.] > [Alle
instell.] > [Stand.instel.] >
[Compatibel].
2
Druk op de gewenste optie.
• [Basic (voor VoIP)] verlaagt de
modemsnelheid tot 9.600 bps en
schakelt het ontvangen van
kleurenfaxen en ECM uit, behalve
voor het verzenden van
kleurenfaxen. Gebruik deze instelling
alleen indien nodig, bijvoorbeeld als u
vaak storing op de telefoonlijn hebt.
Om de compatibiliteit met de meeste
VoIP-voorzieningen te verbeteren,
raadt Brother aan de instelling bij
Compatibel te wijzigen in [Basic
(voor VoIP)].
• [Normaal] stelt de modemsnelheid
in op 14.400 bps.
• [Hoog] stelt de modemsnelheid in
op 33.600 bps.
3
Druk op
.
• VoIP (Voice over IP) is een
telefoonsysteem dat gebruikmaakt van
een internetverbinding in plaats van
een traditionele telefoonlijn.
Verwante informatie
• Fout- en onderhoudsberichten uu pagina
25
Een fax verzenden
1
Plaats uw document in de ADF
(automatische documentinvoer) of op de
glasplaat.
2
Druk op
[Fax].
Als [Faxvb.] is ingesteld op [Aan],
drukt u op
[Fax] > [Faxen
verzenden].
Op het touchscreen wordt het volgende
weergegeven:
3
Voer het faxnummer op een van de
volgende manieren in:
• Via de kiestoetsen (voer het
faxnummer handmatig in.)
Druk met behulp van de kiestoetsen
op alle cijfers van het nummer.
• [Herkies] (Hiermee wordt het
laatst gebelde nummer opnieuw
gekozen.)
Druk op [Herkies].
17