24 - Energiebeheer
Deze computer heeft een ingebouwde energiebeheereenheid die de
systeemactiviteit controleert. Onder systeemactiviteit valt activiteit van
één of meer van de volgende apparaten: toetsenbord, muis, harde
schijf,
randapparatuur
videogeheugen. Wanneer er geen activiteit gedetecteerd wordt
gedurende een bepaalde periode, schakelt de computer enkele of alle
apparaten uit om energie te besparen.
Energie besparen
Snel opstarten uitschakelen
Uw computer gebruikt Snel opstarten om een snelle opstart te maken,
maar gebruikt ook een kleine hoeveelheid energie om op signalen
voor opstart te controleren.
Wanneer u de energiebehoeften van uw computer en de schade voor
het milieu wilt beperken, dient u Snel opstarten uit te schakelen:
Opmerking
Wanneer Snel opstarten uitgeschakeld is, zal de computer meer tijd
gebruiken om op te starten vanuit de [Sleep] (Slaapstand).
Uw computer zal evenmin opstarten wanneer deze een instructie voor
opstarten ontvangt via een netwerk (Wake on LAN).
1. Druk op de Windows-toets of gebruik de Windows [Start] (Start)-
knop en kies vervolgens [Settings] (Instellingen) > [System]
(Systeem) > [Power & sleep] (Energie en slaapstand).
2. Selecteer
instellingen).
3. Selecteer [Choose what the power buttons do] (Het gedrag van
de aan/uit-knoppen bepalen).
4. Selecteer [Change settings that are currently unavailable]
(Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn).
5. Blader naar beneden en schakel [Turn on fast startup] (Snel
opstarten inschakelen) uit.
6. Selecteer [Save changes] (Wijzigingen opslaan).
E
N E R G I E B E H E E R
aangesloten
[Additional
power
op
de
settings]
(Extra
computer
en
energie-