Schoorsteenvegerfunctie
Regelstopfunctie
Beschrijving
schoorsteenvegerfunctie
Dankzij de schoorsteenvegerfunctie
kan de ketel warm in bedrijf worden
gesteld. Deze dient voor metingen aan
de ketel. Daarbij wordt een maximale
verwarming ingesteld tot de
temperatuurbeveiliging wordt
geactiveerd.
Om een zo groot mogelijke
warmteafname mogelijk te maken,
produceert de schoorsteenveger-
fucntie het signaal waarbij de warmte
moet worden afgevoerd.
Inschakelen
•
De toetsen gelijktijdig langer
dan 3 seconden en korter dan
6 seconden indrukken
•
Op het display staat de pointer van
het symbool van de schoorsteen-
veger te knipperen
•
Op het display verschijnt de
actuele keteltemperatuur
Functie
•
Genereren van een
activeringssignaal voor de afvoer
van warmte
•
Uitschakelen van PID- en
2-puntregelaar
•
Afgeven van de max. warmte-
kracht
•
Tijdens de actieve werking van de
schoorsteenvegerfunctie wordt
een overeenkomstige meldcode
gegeven.
Beëindigen
•
Indrukken van de toetsen
of
•
Overgang naar Regelstopfunctie
•
Bij overgangen naar de
storingstoestand
20
Beschrijving van de regelstop
functie
Dankzij de regelstopfunctie kan men
de ketelprestaties voor de verwarming
handmatig instellen. Ze dient voor
meetdoeleinden aan de ketel.
Inschakelen
•
De toetsen langer
dan 6 seconden
ingedrukt houden.
•
Op het display knippert de pointer
van de regelstopfunctie.
•
Op het display verschijnt
de ingestelde relatieve
ketelprestatie
Functie
•
Genereren van het activerings-
signaal voor de warmteafvoer.
•
Uitschakelen van PID- en
2-puntregelaar
•
Uitgave van een startprestatie
Beëindigen
•
Indrukken van de toetsen
of
•
Bij overgangen van LMU in de
storingstoestand
Instelling
•
Met behulp van de insteltoetsen
kunnen de prestaties
procentueel worden
verhoogd/ verlaagd.
•
Met behulp van de keuzetoetsen
voor de regels kan
rechtstreeks voor de
minimum- en de
maximumprestatie
worden gekozen.