4.1.6 Vullen van het CV-Systeem
De werkdruk in het systeem mag:
niet lager dan 0,5 bar koud zijn;
niet hoger dan 2,5 bar warm zijn.
Verricht de volgende handelingen om het CV-systeem te
vullen (zie figuur 7):
Schakel de ketel uit;
Verwijder dop 4;
Bevestig de waterslang met aan de meegeleverd tule
(3) die u monteert op het draad;
Draai de wartelmoer 5 los;
Vul het systeem langzaam met water tot de
manometer (2) een druk van 2 bar aangeeft;
Draai de wartelmoer vast;
Ontlucht het CV-systeem;
Vul zonodig bij met water tot een druk van 2 bar;
Laat de CV-pomp ongeveer 5 minuten draaien;
Schakel de CV-pomp uit;
Controleer de druk, als deze veranderd is, dient u de stappen 5 t/m 10 te herhalen;
Verwijder de waterslang.
Tip:
Het CV-systeem mag ook met koelvloeistof, geschikt voor CV-systemen (pH-
waarde 8.5) worden gevuld.
ONTLUCHTEN VAN DE CV-POMP
De CV-pomp kan pas ontlucht worden nadat het elektrisch
systeem is aangesloten (zie § 4.1.5), omdat deze handeling
moet worden uitgevoerd met een in werking zijnde CV-pomp.
Voor het ontluchten van de pomp dienen de volgende
handelingen te worden uitgevoerd (zie figuur 8):
Controleer of de rotor zonder belemmering kan
draaien door de rotor met de hand rond te draaien (zie
handleiding pomp);
Draai de schroef aan de voorzijde van de pomp met
een schroevendraaier ½ tot 1 slag los;
Draai de schroef weer vast, wanneer er water uit de
schroefopening vloeit;
De CV-pomp is nu ontlucht.
Let op:
Bij afsluitbare pompkoppelingen moet de instelsleuf in het verlengde van de
pomp cq. leiding liggen.
Gebruikershandleiding HR400 combi serie versie 3, 1-1-2008
Figuur 7
Figuur 8
11