3. Snelheid, Frequentie, Topspin en Slice ballen
Alle oefeningen, die met de machine ingesteld kunnen worden, kunnen op snelheid aangepast
worden. Net als een tennisspeler, kan ook topspin of backspin (slice) aan de bal worden gegeven.
Met meer topspin aan de bal, zullen de ballen korter achter het net stuiteren, met meer slice zullen
de ballen dieper komen en met meer snelheid komen de ballen natuurlijk ook dieper. Bij het
wijzigen van de snelheid wordt de topspin of slice aan de bal gestopt. Als een bal spin heeft, wordt
deze gestopt door snelheid aan te passen. Topspin krijg je door de topspin (+/-) aan te passen.
Backspin krijg je door backspin (+/-) aan te passen. De buttons "snelheid", "topspin" en "backspin"
kunnen niet door elkaar gebruikt worden.
De frequentie, die de pauze tussen de achtereenvolgende ballen bepaalt, kan worden ingesteld
tussen 10 en 70, dit is slechts een nummer waarbij, globaal, 10 overeenkomt met 2 sec pauze en 70
met 8 seconde pauze. De frequentie heeft invloed op de "random functie". Bij de "random functie"
varieert de machine steeds tussen links en rechts en de frequentie bepaalt dan de afstand tussen 2
achtereenvolgende ballen. Vaak gaat de machine helemaal van de ene naar de andere kant van de
baan maar schiet dan de volgende bal pas als de machine weer terug is bij het ene punt. Een beetje
spelen met de frequentie kan de horizontale variatie een stuk moeilijker/makkelijker maken.
Doordat de schietwielen na elke afgeschoten bal een beetje wordt afgeremd en vervolgens weer op
de oorspronkelijke snelheid worden gebracht, kan een hoge frequentie (snel achter elkaar schieten)
soms de stabiele snelheid iets langzamer maken.