GEBRUIKERSHANDLEIDING
GEBRUIKERSHANDLEIDING
KEOLA ZEELAND M
Let op: het zadel mag niet hoger gezet worden dan het
maximum zoals aangegeven op de veiligheidsmarkering op de
zadelpen.
U kunt zelf de stand van het stuur bepalen,
zonder dat u gereedschap nodig heeft. Met
behulp van de stuurpen kunt het stuur naar
voren of naar achteren buigen.
1. Duw de donkergrijze hendel op de
stuurpen omhoog en houd die in
deze positie (A)
2. Duw daarna de zwarte hendel
omhoog, totdat het stuur los in de
stuurhouder zit – u kunt de grijze
hendel nu loslaten (B)
3. Bepaal de gewenste positie van het
stuur (C)
4. Bij de afstand stuur-zadel kunt u de
stuurpen iets vast zetten, zodat de
positie van het stuur vast komt te
staan (D)
5. Zorg dat het stuur in het midden van
de stuurhouder zit en duw de zwarte
hendel naar beneden. Zodra de
zwarte hendel onder de donkergrijze
hendel klikt zit hij weer vast (A).
Let op: Om veilig te kunnen fietsen moet de
stuurpen het stuur weer volledig
vergrendeld zijn.
Afb. 2: Stuurpen
6