CONFIGURATIE BESTURING
6
C on fi gu re e r de be s t u ri n g sk a st voor al eer d e pr og ra m mer in g te
s ta r te n :
HET WORDT AANGERADEN OM TOEBEHOREN PAS NA DE CONFIGURATIE
VAN DE BESTURING AAN TE SLUITEN.
1.
Zorg dat de veiligheidsingangen in rust zijn
2.
Bepaal met DIP1 op SW1 het aantal motoren
DIP1 ON: 2 motoren
DIP1 OFF: 1 motor
3.
Zet de vleugel(s) halfopen en vergrendel de aandrijving(en).
4.
Plaats de potentiometers SPEED op maximaal en SLOWING op
ongeveer 7u00
5.
Plaats de potentiometer SENS op 12u00
6 .
C o n t r o l e e r d e d r a a i r i c h t i n g e n v a n d e a a n d r i j v i n g e n , d e
e e r s t e b e w e g i n g i s
o p e n e n . D e d r a a i r i c h t i n g k a n g e w i s s e l d w o r d e n m e t
D I P 1 & 2 o p S W 2
7.
Stel vervolgens de maximum snelheid in met potentiometer
SPEED
8.
Sluit de vleugel(s)
9.
Activeer de functies Soft Stop en Soft Start indien gewenst.
AANTAL AANDRIJVINGEN
DIP 1 op SW1 bepaalt of er één of twee motoren gebruikt worden.
SW 1
ON
1
2
2
Motoren
Opgelet!
Gebruik de aansluitingen MOT1 als er 1 motor gebruikt wordt.
MOTOR 1 OPENT EERST
SW 1
ON
1
2
Motoren
M1
MOTOR 2 OPENT EERST
SW 1
ON
1
2
M2 opent
Motoren
M1
SW 1
ON
1
2
1
Motor
SW 2
ON
2
1
2
M1 opent
Inv. M1
Inv. M2
eerst
UIT
UIT
SW 2
ON
2
1
2
Inv. M1
Inv. M2
eerst
UIT
UIT
M2
SOFT-STOP
Om te voorkomen dat de poortvleugels aan het eind van de openings- en sluit-
beweging tegen een hoge snelheid tegen de eindaanslagen stoten kan de functie
Soft-Stop worden ingesteld.
Tijdens de programmering van de motortijden kan een Soft-Stop worden ingesteld.
De maximale snelheid gedurende deze Soft-Stop is instelbaar door middel van de
potentiometer SLOWING. Met een ingeschakelde Soft-Stop heeft de aandrijving en
de poort een langere levensduur.
Indien deze functie wordt ingesteld na de indienststelling moet de looptijd opnieuw
worden aangeleerd.
•
Selecteer MENU 2
•
Selecteer vervolgens L2 in dit menu. L2 AAN betekent dat de Soft-Stop is
uitgeschakeld.
SOFT-START
Om te voorkomen dat de poortvleugels te bruusk starten kan er een functie Soft-
Start ingesteld worden. De motoren versnellen naar max. snelheid in 2 sec.
Met een ingeschakelde Soft-Start heeft de aandrijving en poort een langere levens-
duur.
Indien deze functie ingesteld wordt na het aanleren van de looptijd, moet deze
opnieuw aangeleerd worden.
•
Selecteer MENU 3
•
Selecteer vervolgens L2 in dit menu. L2 AAN betekent dat de Soft-Start is
ingeschakeld.
DELAY (VERTRAGING TUSSEN VLEUGELS)
De besturing is Af Fabriek ingesteld met 4 sec. vertraging tussen beide vleugels. De
vertragingstijd tijdens het sluiten kan aangepast worden tussen 3 en 15 sec. Indien
er geen vertraging gewenst is, kan deze uitgeschakeld worden.
•
Selecteer L6 en druk SET-toets om de tijdregistratie te starten.
M2
•
Druk op de SET-toets zodra de gewenste tijd werd bereikt. De tijd
wordt opgeslagen en L6 brandt continu.
•
Selecteer L6 en druk tweemaal SET-toets om de vertragingstijd uit te schake-
len
8x
3x
2x
1x
8x
4x
2x
1x
6x
1x
Max. 15 sec.
2x
6x
1x